Als iemand met geweld om het leven wordt gebracht, wordt vaak de nadruk gelegd op wat een goed mens die persoon was – met andere woorden: er wordt gezegd dat het slachtoffer dit niet verdiende. Dat opent eigenlijk een discussie over ethiek die niet past in dit geval.
Daarom zeg ik vaak “Ethiek en zelfverdediging hebben niets met elkaar te maken”. Maar om het soort misverstanden als hierboven uit te leggen, moet ik toch iets zeggen over zelfverdediging en ethiek.
De basis van ethiek
Van jou is er maar één. Er is nog nooit iemand als jij geweest, en als jij er niet meer bent, zal er nooit meer zo iemand als jij komen. Als jij lichamelijk of mentaal beschadigd wordt, zal het nooit meer zo zijn zoals het was. Jij bent uniek en dus van oneindige waarde. Dit geldt voor ieder mens. Ieder mens is gelijk in waarde.
Een ander mens heeft dus geen recht op jouw aandacht, liefde of seks. Als dat wel zo zou zijn, dan zou een ander mogen beslissen over wat jij hem of haar zou moeten geven. Dan zou een ander jou mogen gebruiken. En dan ben je geen mens meer, dan ben je een voorwerp. Dat is natuurlijk niet zo: je bent een mens en dus mag een ander jou niet gebruiken.
In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat dus ook Artikel 3: “Eenieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon.” Jou als voorwerp gebruiken zou betekenen dat jouw persoon geschonden wordt – en dat mag dus niet.
Uiteraard geldt dit omgekeerd ook: aangezien alle mensen gelijk zijn in waarde, heb jij ook geen recht op de aandacht, liefde of seks van een ander. Ook jij mag een ander niet als voorwerp gebruiken. Eigenlijk zit hier al het recht op “nee” zeggen in besloten. Je kunt vragen om aandacht, liefde of seks, maar als de ander “nee” zegt, heb je pech.
Handhaving en ethiek
Het vervelende is natuurlijk dat er mensen zijn die zich niet aan deze ethiek houden. Of we het er nou mee eens zijn of niet, er zijn mensen die een ander mens als voorwerp willen gebruiken. Mensen die vinden dat ze recht hebben op aandacht, liefde of seks van een ander mens. Mensen die andere mensen schenden. Over waarom dat zo is, kunnen we heel lang discussiëren, maar dat het zo is, is een feit.
Soms hebben die mensen ook daadwerkelijk de mogelijkheid om dit te doen. En dat betekent dat jij dus soms kwetsbaar bent voor een ander mens, en dus bescherming nodig hebt om te voorkomen dat je geschonden wordt.
In principe is de staat verantwoordelijk om jouw rechten te beschermen. Dat is zo ongeveer de reden waarom we ueberhuapt landen hebben: om jou ertegen te beschermen dat iemand jou als voorwerp behandelt. De staat heeft daarvoor allerlei middelen: wetten, een rechtbank, politie, gevangenissen, en zo verder.
Hier wordt het lastig. Jij hebt het recht om ongeschonden te blijven, en er zijn twee middelen om dat te bewaken: 1) het feit dat een ander mens jou niet mag schenden (de regel) en 2) een politiemacht om ervoor te zorgen dat dit ook echt niet gebeurt (handhaving). Alleen – hier zit nog steeds een gat tussen. Mensen houden zich niet altijd aan de regel. En de politie is niet overal tegelijkertijd, en kan jou dus niet altijd beschermen.
Zelfverdediging om een scheve wereld recht te trekken
Je hebt dus het recht om niet geschonden te worden, maar in de praktijk kan dat recht niet worden gegarandeerd. Gelukkig realiseren we ons dat, als mensen. We kunnen niet van jou vragen dat je niks doet om voor jezelf op te komen. Als een ander jou als voorwerp wil gebruiken, kan niet van jou worden verwacht dat jij dat maar toestaat. Als we dat van jou zouden vragen, zouden we daarmee namelijk eigenlijk zeggen dat die ander dat mag doen, en dat jij dus geen mens bent maar een voorwerp. Maar we hebben al gezien dat dat niet zo is. Gepasseerd station. Jij bent een mens en je hoeft dus een schending van jouw persoon niet te ondergaan.
Dit is waar zelfverdediging voor is. Als zelfverdediging niet was toegestaan, dan was de wereld scheef. Dan mag een ander jou schenden, en mag jij niks terugdoen. Om dat recht te trekken, is het logisch dat jij je mag verweren tegen iemand die jou wil schenden.
Als we afdwalen van de misdaad
Dit is waar het misverstand over ethiek en zelfverdediging vaak ontstaat. Zoals ik al eerder schreef, vinden we het vaak heel moeilijk om echt naar de misdaad zelf te kijken. Liever richten we ons op de pleger of het slachtoffer.
We noemen de pleger dan smeerlap of rotzak (en meestal erger), maar het probleem is dat de meeste grensoverschrijdingen niet worden gepleegd door “smeerlappen” of “rotzakken”. Wat ik daarmee bedoel is dat de mensen die anderen als voorwerp gebruiken, op de meeste mensen niet overkomen als engerd. Ze doen “aardige” dingen, tonen interesse, geven cadeautjes, en vertonen allerlei gedrag waardoor mensen ze zien als aardig of goed.
Als je zelfverdediging zou zien als “het aanpakken van slechte mensen” dan zou je kwetsbaar zijn, want voordat iemand jou als voorwerp gebruikt, zal hij of zij heel aardig en misschien zelfs “goed” lijken. Grote kans dat je niet ziet aankomen dat juist diegene jou gaat schenden. Als je moet wachten tot je iemand kunt veroordelen als “slecht mens” voor je gaat handelen, zul je nooit gaan handelen.
Het punt is: dat maakt niet uit. Zelfverdediging gaat erover dat je ervoor zorgt dat deze schending van jouw persoon, die nu gaat gebeuren, voorkomen wordt. Het maakt niet uit of de ander vriendelijk is, jou cadeautjes heeft gegeven, een goede relatie met jouw vrienden en vriendinnen heeft – of wat dan ook. Er is geen compensatie voor de schending van jouw persoon.
Over het slachtoffer zeggen we graag dat hij of zij “onschuldig” was. Ook dat is niet relevant. Het slachtoffer kan best een vervelend mens zijn, die nooit aan andermans verjaardag denkt of alleen maar stomme grappen maakt. Dat maakt niet uit. Lichamelijke integriteit, het recht om niet als voorwerp behandeld te worden, hoef je niet te verdienen. Dat heb je omdat je een mens bent.
Dat betekent ook niet dat wij het recht hebben te verwachten van een slachtoffer dat hij of zij een aardig of goed persoon is. Er zijn ook slachtoffers die manipulatief en naar in de omgang zijn, en niet voldoen aan ons beeld van het “perfecte” slachtoffer. Dat maakt niet dus uit. Nogmaals: het recht om niet als voorwerp behandeld te worden, hoef je niet te verdienen.
Zelfverdediging gaat over een handeling
Wat hier dus misgaat is dat we niet zien dat het recht op zelfverdediging gaat over deze specifieke handeling: het schenden van jouw persoon. Het maakt niet uit of iemand “normaal gesproken” “aardig” is of niet. Aan de schending van jouw persoon heeft hij, en alleen hij, schuld. Datgene wat hij doet, is onterecht, en dat is helemaal, 100% zijn schuld (of haar schuld uiteraard, het is zeker niet zo dat alleen mannen daders zijn).
En zo staat het ook precies in Artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht. Zelfverdediging gaat over de actie die je onderneemt “tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding”: het gaat om wat er nu gebeurt.
Het gaat erom dat je met jouw actie voorkomt dat de schending van jouw persoon plaatsvindt. En dus zijn er allerlei eisen aan zelfverdediging. Net zoals een ander jou niet mag schenden, mag jij een ander immers ook niet schenden. De beste manier om te voorkomen dat jij als voorwerp wordt gebruikt, is dus uiteraard: er niet zijn. De belangrijkste eis aan zelfverdediging is dus dat je eerst probeert om weg te komen. Zo voorkom je de schending van jouw persoon, zonder dat je zelf de ander hoeft te schenden.
Dat is waarom een groot gedeelte van zelfverdediging gaat over preventie. Niet in aanraking komen met problematische mensen. Als dat toch gebeurt, de interactie tot een minimum te bepreken. En zo snel, onopvallend en drama-vrij mogelijk wegkomen.
En dat mag je ook preventief doen. Er kan niet van jou verwacht worden dat je blijft zitten waar je zit als je de ellende al op je af ziet komen. Je mag dus ervoor kiezen een relatie niet aan te gaan, mensen uit je leven te weren, niet naar die receptie te gaan of vroeg weg te gaan van dat feest.
Mocht weggaan niet mogelijk zijn, dan mag je geweld gebruiken om de schending van jouw persoon af te wenden. Maar dat moet wel kloppen met het doel. En dat is niet de ander “uitschakelen”. De ander schade toebrengen. Dat zijn geen doelen – dat zijn mogelijke middelen. Waar het om gaat is dat je met het lichtste middel de aanval stopt. Het doel is te voorkomen dat jij wordt geschonden.
Wat zelfverdediging namelijk niet is, is straf uitdelen. Het is niet de bedoeling dat je iemand “een lesje gaat leren”. Dat recht heb je niet. Het is ook een misverstand om te denken dat je dit kunt. De situatie is meestal al onzichtbaar geëscaleerd. De persoon die jou als voorwerp wil gebruiken, heeft zich al gedurende lange tijd ontwikkeld tot iemand die daartoe in staat is, en jouw handeling in het hier en nu gaat echt al die ontwikkeling niet terugdraaien. Daarbij is straffen de slechtst werkende manier van onderwijzen.
De argumentatie om zelfverdediging te mogen gebruiken is dus ook niet: “Die ander is een rotzak”. De argumentatie is: “Er was geen andere manier om te voorkomen dat die ander mij als voorwerp zou gebruiken.”
Wat is je missie?
Zelfverdediging gaat dus over een aanval op jou, en over niets anders dan dat. Ook als je vandaag onaardig bent geweest tegen de medewerker in de supermarkt, hoef je niet een aanval op jou te ondergaan zonder iets te doen. Je mag je verdedigen. Ook als de ander altijd heel aardig tegen jou of vrienden en familie van jou is. Ook als hij knap, vriendelijk en goed verzorgd is. Er mag niet van jou verwacht worden dat je als voorwerp door hem of haar wordt gebruikt. Je mag je verdedigen.
En daarom – voor je eigen veiligheid – is het ook zo belangrijk om goed helder te hebben wat jouw missie is. Die is niet “iemand een lesje leren”, of “het kwaad bestrijden”. Jouw missie is: “Ik ga vanavond veilig weer naar huis.”
En dat hoef je dus niet te verdienen.