Als je slachtoffer bent geweest van verkrachting, aanranding of ander seksueel grensoverschrijdend gedrag, is dat niet jouw schuld.
Als je niets hebt gedaan in die situatie om jezelf te verweren, is het niet jouw schuld.
Als je dingen hebt gezegd of gedaan die later niet zo handig bleken te zijn, is het niet jouw schuld.
Als je niks hebt gedaan omdat iemand je verteld heeft dat dat het slimste was om te doen, is het niet jouw schuld.
Als je expres, opzettelijk niks hebt gedaan, is het niet jouw schuld.
Het geweld dat iemand anders tegen jou pleegt, is niet jouw schuld.
Communiceren over de freeze: ja, graag!
De schuld van seksueel geweld ligt bij de pleger, en nergens anders. Al sinds 2015 schrijf ik over het “freeze”-effect: het gegeven dat mensen bevriezen in crisissituaties en dat dat onze normale, natuurlijke reactie is op geweld.
Toen ik daarover begon te schrijven, was dit al jaren normaal en geaccepteerd onder geweldsprofessionals: politie-agenten, soldaten, ambulancemedewerkers en anderen weten dat je gaat bevriezen tijdens een heftige situatie, en dat je daar dus rekening mee moet houden. Het tragische is dat het voor deze mensen, die dagelijks met een harde werkelijkheid te maken hebben, als normaal wordt beschouwd, maar dat die kennis er niet is voor mensen die slachtoffer worden.
Mocht dit nieuw voor je zijn, dan is hier de reeks artikelen die ik hierover al schreef:
Vechten, vluchten of bevriezen?
Tonic immobility
Na de freeze
Tend and befriend
Het is van levensbelang dat deze kennis zoveel mogelijk verspreid wordt, en dat er zoveel mogelijk begrip komt voor deze normale manieren waarop mensen reageren op geweld en andere crisissituaties.
Maar er is ook een gevaar.
Welke woorden kies je?
Woorden hebben impact. Daar is de laatste tijd gelukkig steeds meer aandacht voor. Zelfs serieuze media zoals de NOS lijken nog steeds moeite te hebben om op een manier te communiceren die recht doet aan de werkelijkheid. Het is goed om te zien dat ze ter verantwoording worden geroepen:
“Spraken af in het hotel, waar ze *seks hadden*.” Pardon @NOS: het gaat hier om een kind van 12 dat door een man van 50 seksueel is misbruikt. Dat is zeker iets anders dan “seks hebben”. https://t.co/vWoMjNjWrv
— Suzanne Kok (@suzanne_kok) July 2, 2020
Hij had seks met haar. Hij misbruikte haar. Ik hoop dat dit gerectificeerd wordt. Taal is echt heel belangrijk in misbruiksituaties. @NOS https://t.co/4g7cDSHo8q
— Jacqueline Kleijer (@Sasklei) July 2, 2020
In een vakgebied dat aan het mijne grenst, wordt dit veel beter erkend. Dat vakgebied is suïcide-preventie. We weten uit onderzoek dat hoe je communiceert over suïcide, positieve of negatieve effecten kan hebben op het aantal suicides. Hoe je praat of schrijft, kan dus helpen suïcide te voorkomen! Op de website van 113 zelfmoordpreventie staat daarover alles uitgelegd. (Denk jij aan zelfmoord? Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 113 of 0800-113 (gratis) of de chat.)
Zo denk ik dat ook hoe je over de freeze praat of schrijft, effect kan hebben op verkrachting. Taal is lastig, want het is soms ambigu, soms onduidelijk, en woorden kunnen vaak meerdere dingen betekenen. Zo kan het erop lijken dat als je schrijft dat bevriezen in noodsituaties de normale reactie is van de mens, dat het ook onoverkomelijk is. Dat het een probleem is zonder oplossing, en dat, als je eenmaal bevroren bent, dat het einde betekent.
En dat is juist wat je mensen niet wil meegeven. Het is een open deur dat jezelf met hand en tand verdedigen de kans op verkrachting veel kleiner maakt. Daar zijn legio voorbeelden van. We weten dat goede, feministische zelfverdediging verkrachtingen kan voorkomen. Bovendien weten we dat als een potentieel slachtoffer zich overgeeft of niets doet, geweld juist erger kan worden.
Dat maakt communiceren over de freeze tot een dilemma. Want hoe praat je hier nou over op een manier die recht doet aan zowel mensen die al slachtoffer zijn geweest, als aan mensen die zo’n situatie misschien nog gaan meemaken?
Ook context is belangrijk
De manier waarop ik hier over probeer te praten, is ook bepaald door context. De grote mythe waar wij nog steeds allemaal in leven, is dat vrouwen zwak en ineffectief zijn. Die overtuiging bepaalt zo veel van de gereedschapskist die je hebt om mee te praten, te onderhandelen, relaties aan te gaan en zo verder.
Als je op een verkeerde manier praat over de freeze, dan sluit dat perfect aan bij die mythe. Het wordt dan de zoveelste bevestiging dat je het niet kan. En dat is gevaarlijk. En ik denk dat dat niet zomaar “abstract” gevaarlijk is: ik denk dat het, zoals 113 het beschrijft, een “effect kan hebben op het aantal” verkrachtingen. Waar ik bang voor ben, is dat hier op de verkeerde manier over communiceren, het aantal verkrachtingen kan vergroten. Woorden hebben impact.
We hebben hier te maken met verschillende belangen. We weten dat slachtoffers van seksueel geweld zich vaak (onterecht!) schuldig voelen. We weten dat het slachtoffer de schuld geven beschadigend is. Het is dus essentieel om hen te helpen van dat schuldgevoel af te komen, en het is van levensbelang om er in elk geval voor te zorgen dat ze niet nog meer beschuldigd en dus beschadigd worden. Dat is de ene kant.
Aan de andere kant zijn er dus de verkrachtingen die we nog kunnen voorkomen. Want vrouwen zijn niet zwak en ze zijn niet ineffectief. Elk mens heeft een compleet ingebouwd combat systeem al in zich zitten. Je hoeft geen moves of technieken te leren. Dat zit al allemaal in je. En dat heb ik zelfs gezien bij mensen met dyspraxie. Ons interne gevechtssysteem is ouder en basaler dan wij denken. Daarbij hebben mensen meer kracht dan ze kunnen gebruiken. Het is altijd weer mooi om te zien hoe jonge vrouwen veel harder kunnen slaan dan dat je uiterlijk van ze zou verwachten. Jullie zijn capabeler dan je zelf denkt.
Nou zou het simpel zijn om deze twee als tegenstelling te zien. Maar dat is niet zo. Want mensen die al eens slachtoffer van seksueel geweld zijn geweest, hebben een zeer zwaar vergrote kans dat het nog een keer gaat gebeuren. Het is zelfs indicatie nummer één. Zij hebben dus meer dan wie ook behoefte aan preventie. De vraag is dan ook, hoe kunnen wij hen op een veilige, gezonde en respectvolle manier zeggen, “Wat je in het verleden hebt gedaan, heb je goed gedaan. Jij deed wat je kon, met de mogelijkheden die je toen had. Voor de toekomst zijn er anderen mogelijkheden. En die mag je leren, want je hebt het recht om alles te doen wat in je macht ligt om te voorkomen dat dit je nog een keer overkomt.”
Grip op het probleem
Ik probeer hier zo “a-moreel” mogelijk naar te kijken. Elke verkrachting die niet plaats vindt, is er één. Daar zit ook de kracht van zelfverdediging: in preventie. Als het goed werkt, gebeurt er niks. En dat is tegelijkertijd ook het lastige, want we tellen geen dingen die niet gebeuren. We zien ze niet. En we zien ook een groot deel van de verkrachtingen niet, omdat er weinig aangifte wordt gedaan. Het is dus heel lastig om grip te krijgen op het probleem, en welke oplossingen wel en niet werken.
Het probleem is complex, en daarom zal er ook geen eenduidige oplossing zijn. Sterker nog, ik denk dat we ons niet moeten laten verleiden om oplossingen te beloven als we die belofte niet kunnen waarmaken. Wat we zullen moeten doen is veel verschillende maatregelen treffen. En daarbij hoort communicatie.
Soms denk ik dat er een media-richtlijn zou moeten komen voor het communiceren over seksueel geweld, net zoals 113 een richtlijn heeft. De vraag is hoe goed dat te regelen is. Maar in het licht van de onzekerheid over wat wel en niet werkt, lijkt het me dat we voorzichtig moeten zijn en beter teveel doen dan te weinig. Er staan levens op het spel.
Woorden hebben impact
We zijn allemaal mensen, en als mensen hebben we bepaalde kronkels in onze hersenen, bias genaamd, die ervoor zorgen dat we de wereld net niet helemaal zien zoals hij is. We willen namelijk een positief gevoel over onszelf, en soms gaan we daarom wat kort door de bocht. Het zou natuurlijk prachtig zijn als we nooit iets verkeerd zeiden, maar dat is onrealistisch.
Daarom is het belangrijk om op je woorden terug te durven komen. In een gesprek kan dat: “Ai, wat ik net zei, klopte niet. Wat ik me eigenlijk moet realiseren is […]”. Maar in geschreven taal is het lastiger. Een tweet is gauw verstuurd, en dan is het daar, waar veel mensen het zullen zien.
Geschreven artikelen op de websites van nieuwsorganisaties of in kranten hebben misschien nog wel een groter effect: daar staat het, zwart op wit, op het uithangbord van een organisatie met autoriteit. En de correcties staan vaak op een achteraf-pagina.
Misschien is een media-richtlijn teveel gevraagd. Maar ik denk dat we niet alleen voor mensen die al slachtoffer zijn geweest, maar ook voor de mensen die dat in de toekomst nog wel of niet kunnen worden, ons moeten realiseren dat onze woorden impact hebben. En misschien iets vaker onze teksten redigeren.