De vier grote illusies en zelfverdediging

De schuine lijnen lopen parallel

De schuine lijnen lopen parallel

Dat we de wereld niet zien zoals ze echt is, is algemeen bekend. Dat het goed voor ons is dat we de dingen niet echt zien zoals ze zijn, is een algemeen geaccepteerde aanname.

Het idee is dat jij te zwak bent om de waarheid aan te kunnen; dat als je zou beseffen hoe het echt in elkaar zit, je in elkaar zou storten.

Ik geloof dat niet.

Ik geloof dat die aanname op drie punten niet klopt:

1) Ik denk dat jij het best aankan om te weten hoe dingen echt in elkaar zitten.
2) Ik denk dat welke illusie dan ook altijd schade berokkent.
3) Ik denk dat je pas kunt groeien als je wél accepteert hoe dingen echt zijn.

Positieve illusies

Daar ben ik best tegendraads in. Het is al langer bekend dat er een hele lijst “programmeerfouten” in onze hersenen zit: manieren waarop we de wereld niet zien zoals ze is. Een groep daarvan wordt ook wel “positieve illusies” genoemd, omdat ze zorgen dat we ons goed voelen over onszelf – op korte termijn dan.

Grof gezegd geloven onze hersenen graag dat we 1) beter zijn in wat we doen dan we daadwerkelijk zijn; 2) dat onze toekomst positiever is dan ze in werkelijkheid gaat uitpakken; en 3) dat we meer controle over ons bestaan hebben dan we denken.

Klinkt leuk, toch? Maar kijk wat beter naar een paar van die illusies en je krijgt een heel ander beeld.

1. De Illusie van Controle

Controle over je eigen bestaan is een van de meest belangrijke wensen van ieder mens. We willen allemaal graag de koers van ons leven bepalen, en het is ook heel fijn om dat te doen. Sterker nog, bij zelfverdediging ga je juist op zoek naar manieren om je leven meer te sturen, en de onafhankelijkheid en het initiatief die je daarbij ontwikkelt hebben een positieve invloed op je hele leven.

De illusie: 100% controle

Helaas geloven we daar graag iets méér in dan realistisch is. In de meest extreme vorm is het een soort ideologie die de laatste jaren nogal eens de kop opsteekt: “Als je het maar hard genoeg wilt, krijg je het wel.”

Oh, dus dáárom sterven kindjes in Afrika van de honger! Ze willen gewoon niet hard genoeg eten hebben! Eigen schuld dikke bult!

Onzin natuurlijk, maar het sluit zo goed aan bij onze wens om controle over ons eigen leven te hebben, dat onze hersenen graag zeggen: ja, daar geloof ik in!

De balk in het midden heeft een effen kleur

De balk in het midden heeft een effen kleur. Bedek het vlak eromheen maar eens.

Ik zeg expres “onze hersenen” in plaats van “wij”. Wij zijn namelijk niet onze hersenen – wij zijn veel meer.

Door de wetenschap hebben we ontdekt dat deze programmeerfouten er zijn, en daardoor kunnen we dus ook onze hersenen “van buitenaf” bekijken.

We kunnen er dus voor kiezen mee te gaan in die fouten, of om er iets aan te doen.

De schade: teleurstelling, de “freeze”, en het verlies van ontspannenheid

Wat is de schade die deze illusie aanricht? In eerste instantie: teleurstelling. Teleurstelling als we iets heel hard willen of proberen en we het toch niet voor elkaar krijgen. Dat kan een enorme klap zijn als je daarvoor hebt geloofd dat je alles kan.

Ten tweede: het maakt je freeze erger. Op het moment dat je een crisis meemaakt, en je bevriest, is dat volledig normaal. Als je echter van jezelf verlangt dat je volledige controle hebt, zet je nog meer druk op jezelf, en houdt de freeze nog langer aan.

En daarvan geven heel veel mensen zichzelf de schuld, en dat brengt hen heel veel ellende. Het zet ze helemaal vast in hun eigen misère.

Ten derde: het zorgt voor zoveel druk op je leven dat het een enorme bron van stress is, en je niet meer gewoon dingen vrijblijvend kunt doen, met plezier en zonder erom te geven of het lukt of niet. Het bezorgt je een schuldgevoel en haalt je ontspannenheid weg. Terwijl je juist die ontspannenheid nodig hebt om iets te kunnen leren.

Ik zie het keer op keer in mijn lessen en ook daarbuiten: mensen die zichzelf de schuld geven als iets niet lukt, verkrampen door die boosheid en schaamte – en het dan uiteraard juist niet meer kunnen. Je blokkeert gewoon.

2. De Illusie van Onafhankelijkheid

Samenhangend met de illusie hierboven is de illusie dat dingen niet met elkaar verbonden zijn en geen invloed van elkaar ondervinden. Als jij immers 100% controle over je leven wilt hebben, moet geen enkel andere ding of persoon invloed op jouw leven kunnen uitoefenen.

Maar wat als jij iets heel graag wilt (en het universum je dat dus gaat geven, volgens de Illusie van Controle) en iemand anders wil ook heel graag dat koekje? Of dat laatste festivalkaartje?

De illusie: alles staat los van elkaar

Alle lijnen zijn horizontaal of verticaal, en parallel

Alle lijnen zijn horizontaal of verticaal, en parallel

De Illusie van Onafhankelijkheid gaat voorbij aan het feit dat de wereld eindig is. Er zit een atmosfeer omheen en daarbuiten houdt het op.

Er is dus een eindige hoeveelheid lucht, water, planten, dieren, koekjes en festivalkaartjes. En dat maakt dat alles met elkaar te maken heeft.

Alles is met elkaar verbonden. De Inuit zeggen: alles is één.

Je stapt ’s ochtends op de fiets naar je werk. Je bent net iets later dan normaal, dus trapt iets harder en daardoor is je reactietijd langer. Jan stapt ook op zijn fiets maar hij heeft slecht geslapen, dus hij let niet zo goed op. Hij snijdt je af, jullie botsen bijna. Jij vervolgt boos je weg, en eenmaal op je werk ben je niet in de stemming om naar het verhaal van je collega te luisteren. Jan vervolgt zijn weg een beetje shaky, is boos op zichzelf omdat hij niet goed oplette, maar ook ontzettend moe, en verderop krijgt hij echt een botsing. Jouw collega merkt dat je niet naar haar wilt luisteren, en vertelt dat belangrijke verhaal maar aan een andere collega, die…

Enzovoorts.

Alles heeft invloed op alles.

De schade: eenzaamheid, afvlakken van je medeleven

Als je weigert te accepteren dat alles met alles verbonden is, trek je je eigenlijk terug uit de wereld. Ikke ikke ikke en de rest kan stikken. Mijn acties hebben geen gevolgen in de wereld en ik heb niemand anders nodig.

Ook daar is flink wat extremisme in opgedoken de laatste jaren: het idee dat je niet “afhankelijk” mag zijn van een ander, dat je geen verwachtingen mag hebben aan een ander en dat je alles zelf kunt oplossen. Als je je rot voelt, kun je vast in jezelf wel een oplossing vinden – je hebt die ander toch niet nodig?

Maar wij zijn mensen, geen stenen, en we hebben elkaar wel nodig. Sinds de experimenten van Harry Harlow tussen de jaren ’30 en ’70 weten we dat gebrek aan liefde en emotionele ontwikkeling enorme problemen oplevert. We hebben die knuffel gewoon nodig, en die hand op onze schouder, en die vriend of vriendin die er gewoon voor ons is.

En als we ons uit de wereld terugtrekken, stoten we ook de mensen om ons heen af die ons nodig hebben. We weigeren onszelf in te leven in de ander, we stoppen onze natuurlijke empathie weg en we worden een soort koude machines, die alleen nog maar leven voor onze eigen prestaties.

In het boek Gulliver’s Travels zegt de hoofdpersoon “Aangezien mij aangeraden werd mijn burgerlijke staat te wijzigen, trouwde ik.” We hebben allemaal prachtige CV’s en Facebookpagina’s vol met al onze prestaties. Maar geluk ontstaat door intermenselijk contact, niet door lijstjes.

Je trouwt omdat je van iemand houdt, niet omdat “gehuwd” leuk staat op je CV.

3. De Illusie van de Eerlijke Wereld

Dus, onze hersenen zeggen: met onze controle hebben we zoveel voor elkaar gekregen, en we zijn er zeker van dat we dat alles te danken hebben aan hoe slim, knap, goed, gedisciplineerd en hard werkend we zijn (en niet omdat onze ouders onze opleiding hebben betaald, of we geboren zijn in een land waar geen oorlog is).

Daarbij geloven onze hersenen graag in een eerlijke wereld, want een eerlijke wereld is voorspelbaar, dus dat idee geeft ons meer Controle; en het maakt ons meer Onafhankelijk want wat wij doen is goed en de ander kan stikken.

De illusie: karakter of externe factoren?

Simpelweg denken onze hersenen graag op de volgende manier:

1) Als ik een ongeluk krijg, is dat ondanks al mijn intelligentie en oplettendheid.
2) Als een ander een ongeluk krijgt, kan hij niet rijden.
3) Als ik opslag krijg, is dat omdat ik zo intelligent en hardwerkend ben.
4) Als een ander opslag krijgt, is dat omdat ze nou eenmaal een potje moesten opmaken.

Met andere woorden: goede dingen gebeuren met goede mensen, slechte dingen met slechte mensen, en IK ben (uiteraard) een goed mens.

Het leuke is dat deze illusie natuurlijk de Illusie van Controle al een beetje onderuit haalt. Ineens zijn we wel geneigd om vervelende dingen die met ons gebeuren aan externe factoren toe schrijven. Alleen dat staan we anderen niet toe: bij hen komt het gewoon omdat ze stom zijn.

De schade: victim blaming

Het ergste dat de Illusie van de Eerlijke Wereld met je doet, is dat het je ongevoelig maakt voor de ellende van de ander. Je weigert je in te leven in de ander, en daardoor help je die ander niet alleen niet met haar ellende, je geeft haar nog een extra trap na door te zeggen dat het ook nog haar eigen schuld is. En dat helpt niemand.

Het bekende voorbeeld van het auto-ongeluk: Als een ander een auto-ongeluk krijgt, denk je gelijk “Ja ze kon ook niet rijden.” Dat zijn je hersenen, die willen heel graag alles in hokjes stoppen zodat ze maar niet ongerust hoeven te worden.

Terwijl je nog helemaal niks weet. Want iemand kan best een superslechte automobilist zijn, en toch in een ongeluk betrokken raken dat niet haar schuld was.

Dit is ook gelijk de beste hint die je krijgt dat deze illusie in het spel is: als jij je oordeel al klaar hebt terwijl je nog niks weet, klopt er natuurlijk ergens iets niet.

Behalve dat het jou schaadt, is het natuurlijk ook verschrikkelijk voor die ander. Zeggen dat iemand de verschrikkelijke ervaring die ze heeft gehad “zelf aantrekt” is zo’n koude, vernietigende opmerking.

Stel je voor dat je dochter thuiskomt en je vertelt dat ze verkracht is. En dat jij haar daar dan de schuld van geeft. Grote kans dat ze door die ervaring Post-Traumatische Stress Stoornis heeft opgelopen. De beste remedie daarvoor is steun en menselijk contact. Iemand de schuld geven van wat haar is overkomen is het tegenovergestelde daarvan: je snijdt menselijke band tussen jullie twee door. Jij staat aan jouw kant van het hek en zij aan de andere kant: aan de kant van de schuldigen, en jij aan de kant van de “goeden”.

Zoals ik boven al beschreef bij de Illusie van Controle, als je de schuld krijgt van je eigen ellende, blokkeer je. Geef je iemand de schuld van iets wat een ander haar aan heeft gedaan, dan zet je haar aan alle kanten schaakmat. Het is al oneerlijk genoeg dat iemand iets aan zichzelf moet veranderen om uit een situatie te komen die een ander heeft veroorzaakt. Als je daar naast verantwoordelijkheid ook nog een schuldgevoel bij aanpraat, kan ze helemaal niet meer bewegen. Het helpt haar niet, en als strategie om dit soort gebeurtenissen in de wereld aan te pakken, werkt het niet.

Bovendien is het, naast dat het niet helpt, natuurlijk gewoon onzin. Verkrachting, huiselijk geweld, misbruik: dat zijn allemaal daden. Iemand dóet dat. Dat zijn geen random “gebeurtenissen” die je “aantrekt”.

4. De Illusie van Kenbaarheid

Okee – de truc is dus de controle over je leven te vergroten zonder te vervallen in de illusie dat je meer controle hebt dan je in werkelijkheid hebt. Daarvoor moet je je eerst realiseren dat alles met elkaar verbonden is. Dat geeft je gelijk meer lucht en vrijheid, want je hoeft jezelf niet meer gelijk de schuld van alles te geven. En dan kun je ook gaan inzien dat diezelfde externe factoren ook op de levens van anderen van invloed zijn.

De illusie: ik weet hoe het in elkaar zit

Stel je koopt een nieuw mobieltje. Wat zit daar allemaal in? Een paar stukken plastic, een beetje rubber, plaatje glas, wat koper. Toch?

Maar wat dacht je van:

Degene die je mobieltje in elkaar heeft gezet, want zonder hem of haar zou je dat ding niet hebben. De fabriek waar het gemaakt is. Degene die de materialen komt brengen. De vrachtwagen waarin hij rijdt. De onderdelen van die vrachtwagen, en de monteur en de garage. De man die in de supermarkt werkt waar de monteur zijn eten haalt. De boer die de rijst verbouwt die de monteur eet. De tractor van de boer, en de maker van de tractor van de boer. De leverancier waar de boer zijn rijstzaad vandaan haalt. De regen en de zon die de rijst laat groeien…

Haal één van deze dingen weg, en je hebt geen mobieltje.

Alles is één – maar dat betekent ook dat ik helemaal niet alles kan weten. Ik maak de lijst hierboven, en ik weet zeker dat ik duizend dingen vergeet. Dat er factoren zijn waar ik nog nooit van gehoord heb of nog nooit over nagedacht heb.

En dat is precies het punt: niet dat je alles zou moeten kunnen weten, maar dat je begrijpt dat je niet alles weet.

In het voorbeeld van het auto-ongeluk: ik weet helemaal niet wat er gebeurde. Ik was er niet bij, en ik heb zelfs niet gepraat met mensen die erbij waren. Ik hoor het vierdehands. Precies hetzelfde met iemand van wie je hoort dat ze verkracht is, of misbruikt, of mensen van wie je weet dat ze in relaties met huiselijk geweld hebben gezeten. Je wéét het allemaal niet.

De schade: zelfoverschatting, hokjesgeest, angst…

Het eerste probleem is dat je dénkt dat je het weet, en dus gaat oordelen op basis van te weinig of foutieve informatie.

Ten tweede: je gaat dingen versimpelen. Je maakt een model van de wereld in je hoofd – vaak op basis van de andere drie illusies hierboven. Bijvoorbeeld: “De wereld is eerlijk, en goede dingen gebeuren met goede mensen en slechte dingen met slechte mensen”. De wereld is natuurlijk veel groter en complexer dan dat, maar je hersenen reduceren het tot één zin. En omdat je denkt dat je het wel snapt, ga je denken dat jouw model de wereld ís. En daardoor zie je de wereld niet meer.

Je gaat mensen in hokjes stoppen (“sommige mensen trekken huiselijk geweld gewoon aan. Eigen schuld dikke bult.”) Je gaat neerkijken op mensen die volgens jouw model niet succesvol zijn – misschien ga je mensen zelfs wel haten die volgens jou niet competent genoeg zijn.

Voor alle nare gebeurtenissen om je heen zoek je een schuldige. Alles wat niet in jouw model past, probeer je er toch op de een of andere manier in te proppen:

Hoe kunnen deze dingen gebeuren? De wereld is toch eerlijk? Ik weet toch wat er gaat gebeuren? Ik heb toch alles onder controle? Externe dingen hebben toch geen invloed op mij?

Je gaat steeds angstiger leven.

Want je kunt de werkelijkheid niet aan.

Wakker worden

Grappig, eigenlijk. De illusies die je koestert omdat je zogenaamd “de werkelijkheid niet aankunt” zorgen ervoor dat je de werkelijkheid niet aankunt.

Je overtuiging dat de wereld kenbaar is, zorgt ervoor dat je de wereld niet kent.

Je overtuiging dat je alles onder controle hebt, zet je onder zoveel druk dat je de controle kwijtraakt.

Je overtuiging dat de wereld eerlijk is en jij het beste verdient, maakt dat je eenzaam achterblijft.

Jammer.

Gelukkig kun je hier iets aan doen. En is het zelfs niet heel moeilijk. Alleen al weten hoe deze illusies werken, maakt dat je er veel minder vatbaar voor bent. Snappen dat ze jou en anderen meer schade berokkenen dan goeds, betekent dat je begrijpt dat je ze niet nodig hebt.

Je hoeft niet alles 100% zeker te weten. Sterker nog: dat kan ook niet. Je hoeft die lijst met dingen die in je mobieltje zitten niet af te maken. Juist niet. Het gaat erom dat je accepteert dat je niet alles weet.

En als je dat accepteert, merk je misschien dat je nog steeds leeft. Dat het okee is.

En als je accepteert dat je niet alles weet, snap je misschien ook dat je dus per definitie niet alles onder controle hebt. En dan merk je misschien dat je niet meer hoeft te rennen en te stressen om alles te controleren.

En als je accepteert dat je niet alles onder controle hebt, ga je misschien zien dat er meer dingen zijn die invloed op je leven hebben, en dat dat ook okee is. Of misschien zelfs wel mooi. Dat de wereld complexer en interessanter en boeiender en schitterender is dan je in één zin kunt beschrijven. Dat alles met alles te maken heeft. En dat je jezelf en anderen niet de schuld hoeft te geven van alles wat er gebeurt, en dat je die boosheid, en die koudheid en die afstandelijkheid kunt laten varen.

En misschien kun je dan stoppen met oordelen en beginnen met vragen en uitzoeken. Misschien kom je erachter dat je vriendin voor de zoveelste keer een foute vriend heeft omdat ze door haar vorige vriend zo verpest is dat ze nu gedrag vertoont dat foute mannen juist uitzoeken. Dat ze zelf niet voor een goeie vent kiest, omdat dat soort mannen gedrag vertonen dat voor haar onbekend is – en dus een risico.

Misschien kun je dan inzien dat het meisje dat bij je komt en vertelt dat ze verkracht is, gewoon vrolijk op een feestje was, niemand kwaad deed, niemand ‘aantrok’, maar dat er mannen zijn die die daad gewoon plegen.

Misschien kun je dan een arm om haar heen leggen en geen advies en geen oordeel geven, maar gewoon steun.

Misschien kom je er dan achter dat je zojuist iets geleerd hebt, omdat je zelf op onderzoek hebt durven gaan.

Misschien kom je er dan achter dat de barrière tussen jou en die ander is verdwenen, dat je het fijn vindt om je arm om haar heen te leggen en samen daar te zitten, zonder oordelen.

Misschien kom je er achter dat je het woord “misschien” best aankunt in je leven.

Waarom “Vier Illusies en Zelfverdediging“?

Wat heeft dit allemaal met zelfverdediging te maken? Nou, volgens mij is dit wat het belang van de samurai in de geschiedenis bepaalt.

Er wordt een hoop gezegd over samurai: hun zwaarden zouden de beste zwaarden ooit zijn – maar elk volk dat lang genoeg met metaal in de weer is, komt uit bij hetzelfde smeedproces. De Vikingen hadden vergelijkbare technologie.

Dat ze erg goed waren in wat ze deden – hoe wil je dat vergelijken? Japan is een eiland, ver weg van Europa, dus de methodes van de samurai vergelijken met die van de Vikingen of twaalfde-eeuwse ridders wordt moeilijk. Maar mensen zijn mensen, en ik denk niet dat er veel verschil in effectiviteit in zal zitten.

Wat de samurai voor mij groots maakt, is dat ze bezig waren zich te ontdoen van hun illusies. Europese ridders vierden na hun veilige thuiskomst van een veldslag, zoals een leraar me ooit vertelde, “feesten waarbij de feesten van popsterren slappe kinderfeestjes zouden lijken”. Als compensatie voor het feit dat 1 à 2 op de 3 het niet haalde.

De samurai waren bezig met acceptatie. Acceptatie van de dood – de ultieme werkelijkheid. Er wordt wel gezegd dat ze naar zichzelf keken alsof ze al dood waren. En dan denk ik dat je ook alle andere werkelijkheid zult accepteren. Dat je dood kunt gaan niet omdat die ander per sé veel beter is dan jij, maar omdat je je dag niet hebt. Omdat de zon in je ogen staat. Omdat je uitglijdt of om duizend andere redenen.

En als je dat accepteert, weet je wat een gevecht in de werkelijke wereld is. En hoe je daarvoor moet trainen. Dan ga je pas echt zien wat er gebeurt, en wat er gedaan moet worden.

En ik denk, ik voel, dat acceptatie van alle chaos, alle onkenbaarheid, alle inter-afhankelijkheid van alle dingen en alle oneerlijkheid je niet alleen maar een mooier en dieper leven geven, maar je een enorm voordeel opleveren bij het trainen en bij een uiteindelijk gevecht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *