Wat je leert bij zelfverdediging moet generaliseerbaar zijn naar de rest van je leven, anders gaat het niet werken. Zelfverdediging gaat niet over “technieken” leren, maar om de beste versie van jezelf te worden die je kunt zijn, en niet alleen een veilig, maar een mooi en gelukkig leven te vinden.
Deze blogpost is een aanvulling op de vorige (sorry, het vervolg over broflakes moet dus nog even wachten). Vorige keer schreef ik over rechten en veiligheid. Dat geldt natuurlijk voor fysieke veiligheid; maar het probleem geldt evengoed voor communicatie. En tenzij je een erg gewelddadige levensstijl hebt, kom je veel vaker in situaties die gaan over communicatie dan over vechten.
Modellen van communicatie
Over communicatie bestaan veel theorieën en veel modellen. In de meeste modellen zijn er de volgende onderdelen:
A. De zender
B. De ontvanger
1. De boodschap die de zender verstuurt
2. De boodschap die de ontvanger ontvangt
In het plaatje bovenaan deze post heb ik dit getekend.
1 en 2 worden meestal uit elkaar getrokken (vaak in nog meer onderdelen dan hier) omdat wat we zeggen niet altijd precies zo overkomt op de ander als we bedoelen. Er zijn nog meer factoren in het spel: bijvoorbeeld de herinnering aan een ander geval waarin iemand die precieze woorden gebruikte; de persoonlijke connotatie die iemand aan dat specifieke woord verbindt; de emotionele staat van de ontvanger, etc.
Dus we zeggen: we hebben niet 100% controle over hoe onze boodschap aankomt bij de ontvanger. Maar natuurlijk is het ook niet 0%. Of ik nou zeg “Je bent een trut en je bakt er niks van” of “Je bent een tof mens en je doet het hartstikke goed” – ik kan prima voorspellen wat versie 1 met jou doet en wat versie 2 doet; en ik kan me ook prima indenken wat ik van jou weer terug krijg als respons hierop.
Communicatie en regels
Vorige keer noemde ik terloops dat ik ooit op een opleiding de regel hoorde “Je mag niet de persoon afwijzen.” Afwijzing heeft een zeer beladen inhoud voor mensen. In het licht van onze geschiedenis is dit niet moeilijk te begrijpen. Mensen leefden samen in groepen van ca 25 individuen. We hebben elkaar nodig. Een mens alleen kan niet overleven. Afgewezen worden voelt voor onze interne Aap dus als sterven, en daarom is afwijzen een taboe.
Maar als dingen een taboe worden, kunnen we er niet meer goed naar kijken. Ze gaan leven in de schaduw, ze worden groter, we worden er bang voor. “Je mag niemand afwijzen” is een regel die uit zo’n taboe komt. Vragen “Waarom niet?” mag niet, omdat we niet naar het taboe mogen kijken.
Als we zeggen “Je mag niemand afwijzen” dan doen we dat omdat we niet de pijn van de afwijzing willen ervaren. Daarom heb ik om de “2” bij persoon A in het model een wolkje toegevoegd: we willen de impact van wat de ander zegt, verzachten.
Daarom binden we de ander aan voorwaarden: het sterretje bij de “1” van persoon B.
Waarom bij persoon B? Omdat afwijzen meestal een reactie is, niet een actie. Er is dus iets gebeurd waardoor persoon 2 zegt: “Nee, ik wil dit niet.”
Ik denk dat deze regel precies averechts werkt.
Hij is bedoeld om veiligheid te creëren: de veiligheid om niet de pijn van afwijzing te voelen. Maar ik denk dat hij de situatie juist onveiliger maakt.
Actie en reactie
Want allebei de 1-en zijn verbonden. Als je zegt: “Je mag niemand afwijzen” dan maak je een onevenredige regel. Je probeert eigenlijk een soort verzekering af te kopen dat je lief behandeld wordt.
Maar het gebeurt helaas maar al te vaak dat persoon A niet afgewezen wil worden, maar zelf wél iedereen wil behandelen zoals hij of zij zelf leuk vindt. Als jij mij niet mag afwijzen, maar ik mag wel tegen jou zeggen wat ik wil, dan hebben we een zeer onveilige situatie.
Je zal moeten kiezen: Óf je mag doen en laten wat je wil (jouw 1), maar dan kun je ook geen eisen of voorwaarden stellen aan wat je van de ander gaat terugkrijgen.
Óf je wilt een bepaalde reactie van de ander. Dan zul je jouw 1 moeten afstemmen op wat je wilt dat jouw 2 doet, zodat je een voorspelbare 1 en 2 van de ander terugkrijgt.
Je hebt dus eigenlijk twee opties. Of je gaat dezelfde voorwaarden als je aan de 1 van de ander stelt, ook aan jouw eigen 1 stellen; of je gaat aan allebei geen voorwaarden stellen.
Voorwaarden voor iedereen?
Laten we kijken naar optie één. We gaan de voorwaarden aan beide partijen stellen. De regel wordt dan zoiets als: “Jij mag mij niet afwijzen, maar ik mag geen gemene dingen tegen jou zeggen.”
Vroeger was ik hier een groot voorstander van. Iedereen moet gewoon een beetje normaal met elkaar omgaan! Toch? Maar ik begin steeds meer te begrijpen dat er een paar problemen zijn met dit idee.
Het eerste probleem is: hoe definieer ik dan wat ik wel en niet mag zeggen? Dat is helemaal niet zo voor de hand liggend als we vaak denken. Omdat ook geweld een taboe is, zien we vaak ons eigen geweld niet meer. Op redelijke, rustige toon uitleggen waarom iemand’s meest gekoesterde idee niet klopt, voelt voor ons niet als geweld, maar het kan de ander zeer veel pijn doen.
Waar mensen zijn, zal altijd wrijving, irritatie, boosheid en onenigheid zijn. Ga je daarin uitingen verbieden, dan komen die dingen wel op een andere manier naar buiten. Dat is waarom ik moeite heb met ideeën als Geweldloze Communicatie. Ik heb veel mensen meegemaakt die zich beroepen op Geweldloze Communicatie als ideologie, en ook graag op die manier communiceren. Maar toen ik eens in een situatie was waar veel van die mensen bij elkaar waren, viel ik haast om van verbazing. Zo agressief en grensoverschrijdend als die mensen elkaar behandelden, en hoeveel ellende dat veroorzaakte!
Hoe kan dat? Nou – boosheid is een natuurlijk emotie. Irritatie en wrijving zijn er nou eenmaal. Het laagste niveau van geweld is “aanwezigheid”. Geweldloosheid bestaat dus helemaal niet. Geweldloze Communicatie is een gereedschap. En met een hamer kun je een spijker in een plank slaan, maar je kunt er ook iemand zijn hoofd mee inslaan.
Deze manier van communiceren wordt helaas maar al te vaak tot een manier om gewelddadig te zijn zonder beschuldigd te worden van geweld. Boosheid die er niet op een oprechte manier uit mag, wordt gekanaliseerd tot manipulatie, wat vaak evenveel of veel ergere schade veroorzaakt.
Een veel groter probleem met deze regels is dus dat het mensen precies de verkeerde dingen leert. Het beloont manipulatief gedrag, in plaats van dat het grensoverschrijdend gedrag bestraft.
…of geen voorwaarden voor iedereen?
Belangrijker nog, het leert mensen af om assertief te zijn. Het creëert een neerwaartse spiraal van steeds minder oprechte communicatie. Terwijl, het is niet alleen best toegestaan om iemand als persoon af te wijzen; het is zelfs zeer belangrijk om dit te leren. Als je mensen niet uit je leven kunt gooien, kun je niet leren een veilig, gelukkig leven te maken voor jezelf.
Als niemand afgewezen mag worden, ben je van tevoren al gegarandeerd van een positieve reactie. Je hebt jezelf al ingedekt en kunt andere mensen zo rot behandelen als je zelf wilt. Dit is een manier om de verantwoordelijkheid voor je eigen daden te ontlopen.
En dat is waar communicatie óók over gaat. Dat je verantwoordelijkheid neemt voor hoe je met anderen communiceert. Het is voor iedereen belangrijk om te leren dat hoe jij iemand behandelt, bepaalt wat jij terug krijgt. Van tevoren al vastleggen wat je terugkrijgt, doet net alsof dit verband niet bestaat.
Het is belangrijk om juist niet van dit soort voorwaarden te maken. In de communicatie wil je juist de realisatie hebben “Kak, hoe ik die ander ga behandelen, gaat bepalen wat er terug komt.”
De zenmeester Takuan schreef: “Dit is als wanneer iemand de ander een stuk steen geeft, en als hij een klomp goud ervoor terug krijgt, vrienden wil worden, maar als hij een stuk steen terugkrijgt, de ander zijn hoofd eraf hakt.”*
Assertiviteit boven regels
Op plaatsen waar veel “Je mag niemand afwijzen”-achtige regels zijn, heerst vaak een verpeste sfeer. Denk aan werkplekken waar iedereen achter elkaar om de naarste dingen zegt terwijl de problemen niet worden aangepakt. Het is moeilijk om daar weer uit te komen.
Het is moeilijk om assertief te worden in een omgeving waar iedereen gewend is aan manipulatie. Daarom denk ik dat dit het juist belangrijk is om dit al van jongs af aan te leren. Dat vereist wel dat we hierin oprecht les gaan geven.
Én het vereist dat we de taboes uit de schaduw halen, en in het daglicht kijken naar wat er écht in zit.
Ik geef vaak het voorbeeld van de het kind dat een ander kind een duw geeft omdat die zijn speelgoed probeert af te pakken. Duwen is een taboe, dus we schrikken ons als volwassenen kapot. Ben ik een slechte ouder? Wordt mijn kind een psychopaat? We zien alleen nog maar de duw. We zien niet eens meer dat de duw een goede reden had.
En dus zien we niet meer dat het belangrijk is dat kinderen leren dat je andermans speelgoed niet mag afpakken. En dat als je dat wel doet, je best wel eens een duw terug kan krijgen. Dat hoe jij anderen behandelt, beïnvloedt hoe jij behandeld wordt.
Daarom denk ik dat vóór je allerlei gedrag aan banden gaat leggen, het belangrijk is om mensen te leren dat acties consequenties hebben. Alle acties. Altijd.
Als je dat ziet, hoeveel verklaart dit dan over “tweede kansen”? In hoeveel gevallen waarin iemand een tweede kans wil, is het iemand die van tevoren probeerde de garantie van een goede behandeling af te kopen, zonder er de moeite voor te willen doen? En die er nu ineens achter komt dat zijn of haar daden consequenties hebben?
Elke seconde, elk moment dat je met iemand interactie hebt, ís al een tweede kans. Elke interactie telt.
————————————————————————————————–
* Takuan, Soho. 不動智神妙録. Tachibana. Mijn vertaling.