Feit is dat het naar, hinderlijk of zelfs kwetsend en beschadigend gedrag is. Wat zouden wij daar als maatschappij aan kunnen doen, en, voor de momenten waarop dat geen effect heeft, hoe kun jij er het beste mee omgaan?
De impact van straatintimidatie
Afgelopen week volgde ik een videocollege van advocaat Erik Verweij over de mogelijkheden om straatintimidatie strafbaar te stellen. Aan het woord kwamen verschillende experts. Het college begon met een beschrijving van de impact die straatintimidatie heeft op slachtoffers.
Als jongere, ver voor ik aan zelfverdediging begon, heb ik het zelf ook meegemaakt. Wat het met mensen doet komt eigenlijk steeds terug op hetzelfde: het miskent jou als persoon. Wat wij mensen allemaal willen, is de mogelijkheid om de baas te zijn over onszelf en ons eigen leven. Dit is een van de drie onderliggende motivaties van ons als mensen. Wat een dader van straatintimidatie doet, is een poging om jou die zelfbeschikking te ontnemen.
Door jou als lustobject aan te spreken, zegt hij of zij in feite “Ik mag bepalen wat jij bent, en jij bent dit.” Dat druist regelrecht in tegen ons recht op zelfbeschikking. Niemand heeft het recht te bepalen wie of wat een ander is. Op het moment dat je slachtoffer wordt van straatintimidatie, voel je dit onrecht en voel je hoe de ander jou probeert te maken tot iets wat jij niet bent.
Aan het woord kwam ook burgemeester van Arnhem en voormalige politie-agent Ahmed Marcouch. Hij beschreef de angst die veel slachtoffers voelen. “Als ze me te pakken krijgen, verkrachten ze me.” Die angst is helemaal niet zo gek. Want voor verkrachting is dezelfde mindset nodig als voor straatintimidatie: “ik mag bepalen wat jij bent en wat jij doet.”
Ook dit is weer het miskennen van de ander als persoon. In de uitvoering zit een gradatie, maar de onderliggende benodigdheden om deze daad te kunnen plegen zijn hetzelfde: de ander van een mens tot een object maken en van jezelf de baas over dat object maken.
Naar een aanpak van straatintimidatie
Gedurende het college benadrukt Verweij dat er geen simpele oplossing is voor straatintimidatie, en dat elke aanpak zal moeten bestaan uit een pakket aan maatregelen. Er is niet één ding dat dit gaat stoppen. Criminoloog Marijke Drogt benadrukt in haar bijdrage dat we niet moeten denken dat strafbaarstelling de oplossing is en dat daarna straatintimidatie niet meer zal gebeuren.
Ik ben het zeer met haar eens. Er zijn veel initiatieven met slogans als “stop geweld”, “stop seksueel geweld”, “stop victim blaming” et cetera. Allemaal goed bedoeld, maar ze wekken wel de indruk dat je deze problemen zou kunnen stoppen. Dat het mogelijk is. En dat dit initiatief dit gaat doen.
Natuurlijk, geen weldenkend mens zal geloven dat dit kan. Maar het probleem is dat onderdeel van seksueel geweld een beschadiging van de geest is. Door de uitwerking van trauma en coping strategieën kan een slachtoffer de dingen niet altijd even helder zien als zonder die beschadiging. En een heel aantal slachtoffers gelooft dan ook echt in allerlei paradijselijke beloftes. Als je dit soort beloftes doet – hoe goed bedoeld ook – speel je in feite een spel met de hoop van slachtoffers. En dat is naar. Verwachtingsmanagement is hier echt belangrijk.
Dat gezegd hebbende, uit wat voor maatregelen zou een campagne tegen straatintimidatie kunnen bestaan?
Opvoeding
Als ik het woord “opvoeding” gebruik, dan heb ik het over kinderen. Gelukkig zijn er op veel basisscholen al meer lessen over wensen, grenzen, en lichamelijke autonomie. Het is ontzettend belangrijk dat kinderen al vroeg leren wat grenzen zijn en dat die twee kanten op werken: dat die ander niet over jouw grens mag gaan, en jij niet over de grens van de ander. Kinderen maken een ethische ontwikkeling door, en het is belangrijk dat ze daarbij ondersteund worden.
Al bij jonge kinderen zou je de basis moeten leggen voor het idee dat jij niet mag bepalen wie of wat een ander is. Dat die ander net zoveel zelfbeschikkingsrecht heeft als jij. En dat lijkt me lastig. Het is in Nederland immers nog steeds toegestaan kinderen te leren dat vrouwen ondergeschikt zijn aan mannen – op basis van religie. Of dat ze “anders” zijn, alleen dan toevallig net op die manier anders dat ze moeten doen wat mannen zeggen. Ik kan me voorstellen dat het knap lastig is voor een kind om in de ene les te horen dat iedereen gelijk is op basis van de wet, en een paar uur later, in een andere les, dat vrouwen toch een “andere” rol hebben en dat je dat moet geloven op straffe van eeuwige marteling in het hiernamaals.
Daar komt nog bij dat er zelfs in de Tweede Kamer partijen zitten die het gelijkheidsbeginsel niet respecteren, en partijen die artikel 1 van de grondwet* met voeten treden, en dat dit kennelijk mag, als je het maar “religie” noemt. Als zelfs de hoogste bestuurders de grondwet aan hun laars kunnen lappen, is dat een voorbeeld dat doorzingt in de hele maatschappij.
Een voormalig evangelisch Christen uit de VS opperde het idee om alle religie 18+ te maken. Het idee is een beetje hetzelfde als bij jongens- en meisjesbesnijdenis. Als jouw religie of besnijdenis zo iets fantastisch is, dan zal je kind er toch uit zichzelf voor kiezen als hij of zij eenmaal volwassen is?
Maar ook op andere manieren denk ik dat jongens al opgroeiend leren dat vrouwen er voor hen zouden zijn. Dat seks met een knappe vrouw iets is waar je “recht” op zou hebben. Uit de reacties op het aan de kaak stellen van straatintimidatie lees je vaak dat mannen vinden dat vrouwen zich voor hen aantrekkelijk maken, en het dus “verdienen” om seksueel benaderd te worden. Het is dus belangrijk dat we er voor zorgen dat dit gevoel van entitlement niet ontstaat.
Bewustwordingscampagnes
Wat “opvoeden” is voor kinderen is “bewustwording” voor volwassenen. Door posters, spotjes en artikelen kun je proberen volwassenen te overtuigen hun kijk op straatintimidatie te veranderen. Tot nu toe heb ik geschreven alsof elk kind open staat voor het idee dat alle mensen gelijk zijn en dat straatintimidatie dus fout is. Maar dat hoeft natuurlijk niet. Zeker naarmate kinderen opgroeien kunnen ze best dingen gaan geloven die henzelf goed uitkomen, ten koste van anderen.
Een van de misverstanden die bij veel slachtoffers ontstaat, is dat niemand bewust een ander leed aandoet. Dat is natuurlijk raar, aangezien slachtoffers zelf hebben ervaren dat er mensen zijn die dat doen. Maar onderdeel van de coping van slachtoffers is dat ze denken dat ze zélf slecht en vies zijn, en dat de ander “er ook niks aan kon doen”. Een heel aantal mensen zal dus geloven dat als je een kind of volwassene maar uitlegt dat het niet goed is wat hij of zij doet, ze daar wel mee zullen stoppen.
Dat is uiteraard niet zo. De macht voelen dat jij kunt bepalen wie of wat een ander is, de macht hebben om een ander seks met jou te laten hebben, of hij of zij dat nou wil of niet, zijn motivatie genoeg om ervoor te zorgen dat straatintimidatie en seksueel geweld nooit zullen uitsterven.
Bewustwording is belangrijk, en iedere persoon die erdoor overtuigd wordt dat straatintimidatie verkeerd is, is er één. Maar helaas zijn er genoeg mensen die je kunt proberen op te voeden of bewust te maken die zeggen: “Ja, nou en? Ik vind dit leuk dus ik doe dit gewoon.”
Uitvoeren van de voorbeeldfunctie
Het is belangrijk dat mensen met een voorbeeldfunctie zich uitspreken tegen straatintimidatie. Niet alleen in campagnes maar juist ook in hun dagelijkse werk. Mensen die een groot publiek hebben, zouden moeten laten zien dat straatintimidatie geen plaats heeft in onze maatschappij.
En dan vooral om te laten zien dat dit hun echte, eigen overtuiging is. Niet dat ze dit doen voor een campagne of voor een ander, maar gewoon, omdat ook zij deze mening hebben.
Wetgeving
Verweij en VVD-kamerlid Ingrid Michon noemen wetgeving “het sluitstuk” dat alle andere maatregelen bij elkaar brengt. Verweij noemt de situatie waarbij handhavers straatintimidatie zien gebeuren maar niks kunnen doen omdat het niet strafbaar is. Dat is natuurlijk niet wenselijk. Een grens die je niet kunt handhaven is geen grens maar een lijn waar iedereen die dat wil overheen kan stappen.
Ik ben zelf geen jurist, dus voor een uitgebreide uitleg verwijs ik je naar het college van Verweij, maar er zijn een paar belangrijke onderdelen aan het wetsvoorstel:
Het gaat om gedrag dat “vreesaanjagend, vernederend, kwetsend of onterend te achten” is. Die beschrijving komt eigenlijk precies overeen met wat ik hierboven beschreef over het gedrag dat macht over jou probeert te claimen.
De woorden “te achten” zijn erg belangrijk. Die geven aan dat hier niet een discussie is tussen een dader die zegt “ik bedoelde het leuk” en een slachtoffer dat dat niet zo “ervoer”. Het gaat hier om wat een buitenstaander (zoals bijvoorbeeld de “redelijke burger” bij noodweer) over dit gedrag zou zeggen. Dat maakt de wet veel uitvoerbaarder en objectiever.
Verder gaat het over “indringend” “seksueel benaderen” met “opmerkingen, gebaren, geluiden of aanrakingen”. Veel van de subtielere vormen van straatintimidatie zullen hier dus niet onder vallen. Dit is dus echt om de excessen aan te kunnen pakken.
Dit wetsvoorstel lijkt een beetje op de definitie van seksuele intimidatie op het werk:
“enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd”
Zoals elke wet gaat ook dit voorstel over wat je achteraf kunt doen. Het is belangrijk om achteraf iets te kunnen doen, maar het zorgt niet automatisch voor preventie.
Maar toch heeft wetgeving wel iets met preventie te maken. Ten eerste omdat de wet een beschrijving zou moeten zijn van wat wij als maatschappij wel en niet acceptabel vinden. Door straatintimidatie bij wet strafbaar te stellen, geef je dus ook het signaal af dat wij dit als maatschappij niet goedkeuren.
In principe zou van wetgeving ook een afschrikkingseffect kunnen uitgaan. Zoals ik beschreef in mijn artikel over het nieuwe wetsvoorstel seksueel geweld, is niet zozeer de hoogte van de straf een afschrikking voor criminelen, maar meer de kans gepakt te worden. Bij de angst om gepakt te worden hoort denk ik ook bij dat je er zelf mee instemt dat je gedrag niet goed is. En dat als je gedrag bekend wordt, dat jou dat op z’n minst reputatieschade gaat opleveren. In een van de vlogs van het Centrum Seksueel Geweld vraagt de interviewer: “Wanneer stopt het seksueel misbruik?” en het antwoord is glashelder: “Als het uitkomt”. Maar daarvoor is denk ik wel nodig dat we als maatschappij uitspreken dat straatintimidatie niet goed is.
Zelfverdediging bij straatintimidatie
Tot nu toe heb ik iets gezegd over wat we als maatschappij kunnen doen aan straatintimidatie. Maar ik heb ook betoogd dat straatintimidatie nooit zal verdwijnen. Gelukkig bestaat er in Nederland het recht op zelfverdediging. Je bent dus niet verplicht om als een soort lijdend voorwerp af te wachten of de maatschappij jou zal helpen, en, als dat niet gebeurt, dan maar te ondergaan wat een dader met jou wil doen.
Veel vrouwen nemen uit zichzelf al allerlei maatregelen tegen straatintimidatie. Minder bloot gekleed gaan, bepaalde plekken vermijden, capuchon op, oordopjes in, sleutelbos tussen de vingers**, et cetera et cetera. Ik ben zelf heel voorzichtig met advies geven, omdat sommige maatregelen ook averechts kunnen werken. Daarom probeer ik hier iets beter uit te leggen wat het probleem is dar we proberen te bestrijden. Wanneer is straatintimidatie succesvol voor de dader?
Zoals ik boven beschreven heb, zit het gif van straatintimidatie in de macht, de claim die wordt gedaan dat jij niet een persoon bent maar een voorwerp, en dat die ander mag bepalen wat voor voorwerp en wat hij of zij daar mee mag doen. Toegeven aan de dader – instemmen, compromissen sluiten, proberen te behagen of te verzoenen – worden allemaal opgevat als “wat ik doe heeft het effect dat ik wil bereiken.” Vanuit de dader gezien is dit succes. Je schikken naar een dader zal dus worden gezien als een stoplicht dat van rood op groen springt.
Je eerste doel is dus de dader die macht te ontzeggen. Nee, hij mag niet bepalen of ik een mens ben, wie of wat ik ben en wat ik doe. Ik ben niet zijn voorwerp en hij heeft niet de beschikking over mij. Het beste is dus: helemaal niets veranderen aan je gedrag. Jouw seksualiteit is van jou, dus je gaat je niet minder aantrekkelijk kleden of gedragen, want het idee dat jij dat voor hem doet, is niet waar. Hij heeft die macht niet over jou.
Een capuchon op je hoofd, oordopjes in en sleutelbos tussen je vingers zijn op een bepaalde manier ook een instemming met zijn wereldbeeld: namelijk dat je als vrouw zwakker zou zijn en je dus kwetsbaar hoort te gedragen. Als je je gedraagt alsof je zwak en kwetsbaar bent, zal hij dat zien als een bevestiging dat zijn wereldbeeld klopt en dat zijn gedrag het gewenste effect heeft. Daarom noem ik dit soort gedragingen “escalatie”: ze laten de situatie zich verder ontwikkelen zoals de dader dat wil.
Ook “negeren” kan denk ik averechts werken. Weinigen van ons kunnen zo goed acteren dat het iedereen zal overtuigen. Als man is mijn ervaring natuurlijk heel anders dan de jouwe. Maar waar ik veel succes mee heb gehad is de mindset “ik hoor/zie jullie wel, maar jullie zijn niet mijn grootste probleem”. Ik liet mijn blik op een natuurlijke manier kort pauzeren op degene die iets zei zodat het duidelijk was dat ik die persoon niet probeerde te negeren. Maar ik liet mijn blik ook weer natuurlijk verder gaan. Zonder eyeroll, bijdehandte opmerking of ander gedrag dat als uitdaging gezien kan worden. Doorgaan met mijn leven.
Ik wou dat er simpele, praktische “trucjes” waren om los te komen van straatintimidatie. Maar die bestaan natuurlijk niet. Straatintimidatie is iets wat de dader doet, niet iets wat door jou veroorzaakt wordt. Jij hebt het probleem niet gemaakt, dus jij kan ook de oplossing niet maken. Els hij niet wil stoppen met zijn gedrag, heb jij ook geen macht over hem, en het enige wat je kunt beïnvloeden, ben je zelf.
De meest succesvolle maatregelen in de zelfverdediging komen niet uit verzonnen gedragingen of handeling. Het geheim van effectieve maatregelen ligt altijd dieper, in je overtuigingen en het effect dat die hebben op hoe je je gedraagt.
Dat begint bij erkennen dat jij een oneindig waardevol, uniek en autonoom mens bent. Dat zelfbeschikking jouw recht is, en daar dan dus ook voortdurend gebruik van maken. Dat jouw lichamelijkheid en seksualiteit van jou zijn, dat je jezelf zo mooi mag maken als je zelf wil, omdat ook dát zorgen voor jezelf is, en dat je je daarin niet hoeft te laten beperken door wat anderen daarvan denken.
Dat je mentaal en fysiek krachtig genoeg bent en mag zijn om jouw grenzen te handhaven (sinds ik ooit heb gezien hoe een uitgemergelde “junkie” door 6 getrainde agenten in bedwang moest worden gehouden, heb ik niet meer de illusie dat normale, enigszins fitte vrouwen “te zwak” zijn).
Als je jouw eigenwaarde erkent, je zelfbeschikking gebruikt, je volwaardige menselijke kracht doorleeft, zie je dat ook daders van straatintimidatie maar figuranten zijn in het verhaal van jouw leven. Ze zijn maar bijzaak. Want wat heb je aan mensen die denken dat ze macht over jou hebben? Dat soort mensen heb je niet nodig in je leven.
Tegelijkertijd zullen dat soort mensen ook minder geïnteresseerd in jou worden. Het belangrijkste wat daders willen, is een voorspelbaar slachtoffer. Dat is voor een dader het veiligst. Iemand die haar zelfbeschikking leeft, is te onvoorspelbaar en dus een risico voor de dader. Zelfbeschikking heeft dus een dubbele preventieve werking. Het maakt jou minder vatbaar voor problematische mensen, en het maakt problematische mensen minder geïnteresseerd in jou.
Gaat dit altijd, in alle gevallen werken? Als je leeft zoals je leeft, zul je dan nooit meer nagefloten, aangestaard of nageroepen worden? Nee, natuurlijk niet. Genoeg daders zijn niet ontwikkeld genoeg om te snappen dat ze dit bij jou niet moeten flikken. Ook zelfverdediging is niet “die ene” oplossing voor straatintimidatie. Net zoals andere maatregelen is zelfverdediging een manier om een verbetering te maken ten opzichte van de bestaande situatie. En een manier om mentaal beter om te kunnen gaan met straatintimidatie als het wel gebeurt.
Conclusie
Straatintimidatie zal nooit ophouden te bestaan. Er is geen “oplossing” voor straatintimidatie. Maar dat betekent niet dat we ons er maar simpelweg bij neer moeten leggen. Het is belangrijk dat we op alle mogelijke manieren in onze maatschappij blijven zeggen: “Dit hoeven we hier niet.”
Uiteindelijk is gedrag een keuze. Je hóeft een vrouw niet na te roepen. Door dat wel te doen, laten daders van straatintimidatie openlijk zien wie ze zijn, en welk wereldbeeld ze aanhangen. Handig voor ons, want daardoor kunnen wij makkelijk zien wie we uit ons leven kunnen weren. Het voordeel van nare reacties op Twitter is dat de nare reageerders zichzelf er zo overduidelijk mee beschuldigen. Als een verdachte die zichzelf aanklaagt.
Nare, grensoverschrijdende mensen zullen er altijd zijn, maar degenen die niet zo slim zijn en hun grensoverschrijdingen openlijk doen zijn wel makkelijker te vermijden. Uiteindelijk bouwen wij aan een betere wereld. Als mensen daar niet aan mee willen werken, is dat ook een antwoord.
——————————————————————————————————-
* Artikel 1 van de grondwet: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.”
** Overigens is dit geen slim idee. De sleutels kunnen je eigen hand beschadigen op het moment dat je de klap uitdeelt. Handiger is om één sleutel tussen duim en wijsvinger te nemen en daarmee te steken, met de rest van de sleutelbos in je vuist. Maar of dat een beter effect heeft dan een normale stoot met de hiel van je handpalm, vraag ik me af. Ik vermoed dat de stoot met een lege hand harder aankomt en jou meer bewegingsvrijheid geeft.