De laatste tijd hoor ik ‘m vaak. “Oordeelvrij”. We zouden oordeelvrij moeten zijn, over andere mensen. Maar waarom?
Wat bedoelen we met “oordeel”?
Volgens het grote Van Dale woordenboek is een oordeel een “goed- of afkeurende uitspraak; mening”.
En je mag een mens toch nooit afkeuren? Het klinkt nogal heftig. Alsof je iemand in de papierversnipperaar gooit. En dat zit diep verkankerd in onze maatschappij.
We zien mensen die kwaad aanrichten vaak als “ziek” of “onderontwikkeld”. We hoeven ze alleen maar beter te maken, en dan zullen ze spijt hebben en ons goed behandelen.
Daarnaast hebben we sinds de jaren ’50 van de 20ste eeuw een enorme persoonlijke vrijheid. Iedereen mag doen wat hij of zij zelf wil, en er is dus geen algemene standaard meer voor goed of fout. Je mag mensen niet meer bekritiseren om wat ze doen, want dat is niet aan jou.
Niet oordelen en het kwaad
Met beide ideeën heb ik een probleem: ze ontkennen het bestaan van kwaad waar je niets aan kunt doen. Maar dat kwaad is er nou eenmaal, dat weten we: verkrachting bestaat, marteling bestaat, massamoord bestaat. En ze worden ook gepleegd door mensen die helemaal niet ziek of onderontwikkeld zijn, en daar helemaal geen spijt van hebben. Er zijn nou eenmaal mensen voor wie anderen pijn doen hun passie is, hun mooiste hobby.
Moet je daar dan wél over oordelen? Misschien, maar niet zoals een rechter dat doet. Dat blijft belangrijk te herhalen: het heeft geen zin te proberen iemand anders’ karakter in te schatten. Bij normale mensen werkt het supergoed, bij mensen die een gevaar voor je zijn, werkt het absoluut niet. Hun hele methode is erop gebaseerd dat jij ze niet inschat zoals ze echt zijn.
En, tenzij je zelf rechter bent, kun je helemaal niet oordelen. Je kunt die ander helemaal niet de versnipperaar in gooien. Dus dat oordelen wat wij zo erg vinden, dat is niet precies wat we ons erbij voorstellen.
Oordelen en zelfverdediging
Een van de eerste dingen die je moet leren voor zelfverdediging, is bij jezelf herkennen wat je wel en wat je niet wil. Want elk levend wezen heeft de mogelijkheid te voelen wat goed voor haar is, en wat niet. En dat is oordelen.
Het is niet een bedacht oordeel, niet iets waar je een rationele afweging voor moet maken. Het zou stom zijn om Sherlock Holmes te worden, want Sherlock Holmes doet alles met rationeel nadenken, en rationeel nadenken is traag.
Weten wat je wel en niet wilt, is voelen. Appeltaart ja. Cheesecake nee. Kayaken ja. Bungee jumpen nee. Voelen is snel. Voelen is er direct. En voelen is betrouwbaarder dan denken, want het is nog niet besmet met allerlei meningen en overtuigingen.
Dat gevoel heb je ook bij mensen. Jan ja. Henk nee. En één van de grootste problemen die mensen hebben om zichzelf te verdedigen, is dat mensen dát niet mogen, van zichzelf. “Want je mag niemand afwijzen”.
En daarmee breng je jezelf in gevaar. Ik zie teveel mensen die onmiddellijk weten dat de situatie waarin ze zich bevinden niet klopt – dat hebben ze perfect aangevoeld – en daar dan met hun overtuigingen overheen gaan: “Je mag niemand afwijzen” – en zo in vervelende of zelfs levensbedreigende situaties terecht komen.
Om de olifant in de kamer maar eens te benoemen: “niet mogen oordelen” is ook een oordeel.
Het levert je ontzettend veel op om dát oordeel nou eens te laten varen. En zo belangrijk ben jij niet. Je bent geen rechter. Je verdoemt die ander niet tot de versnipperaar. Dat kun je niet eens.
Je mag mensen wél afwijzen. Dat is zelfs voor iedereen beter. Een haptotherapeut vertelde me eens: “Je kunt ook niet met iedereen vrienden zijn. En dat hoeft toch ook niet? Met 60% van de mensen heb je gewoon niks. Met 30% kun je vrienden worden als je allebei hard je best doet. De overige 10%, dat zijn echt de mensen waar het om gaat.” Waarom zou je blijven aanbellen bij die 60%? Dat is voor hen niet leuk en voor jou ook niet.
Maar meer nog: kijk ook eens naar de context. Moet je overdag op je werk iets doen met die collega waar je eigenlijk een “nee” bij voelt? Tja, dan moet je misschien even inschikken, en professioneel met elkaar omgaan. Maar loop je ’s avonds alleen over straat, of sta je in een kroeg of op een feest? Dan zijn de omstandigheden er niet naar om je eigen intuïtie overboord te smijten.
Want dit alles is véél belangrijker dan leren slaan of leren uit die klem te ontsnappen. Leren afwijzen gaat je leven veel beter maken, gaat je veel sneller veel meer veiligheid opleveren dan focussen op fysieke verdedigen.
Kleine afwijzing
Iemand in het moment zelf afwijzen noem ik even een “kleine afwijzing”: ik wijs af wat er nu gebeurt. Waarom maken we van afwijzing zo iets groots? Iemand spreekt je aan en jij hebt daar even geen zin in. Tja dan wijs je die persoon af. Erg he. Net zoals “nee” zeggen is dit iets om mee te oefenen. Want we hebben er allemaal moeite mee.
Bedenk je dat je door iemand af te wijzen, duidelijkheid schept. Het is veel vervelender voor mij als je wel met me naar de film gaat terwijl je eigenlijk niet wilt, en daar vervolgens 2 uur lang chagrijnig zit te zijn, dan als je gewoon van tevoren “nee” had gezegd en ik niet 2 uur van mijn leven hoefde te verspillen.
Grote afwijzing
Vind je wat hierboven staat al moeilijk? Dan kun je het maar beter vaak oefenen, want een grote afwijzing is moeilijker. Een grote afwijzing gebeurt als je erachter komt dat iemand’s invloed op jouw leven niet goed voor je is. En dat betekent bijna altijd dat die persoon al in jouw leven is. Toch zijn dit natuurlijk juist de dingen waar het om gaat.
Moeilijke relaties zijn hier een typisch voorbeeld van. Je houdt ongetwijfeld nog van die ander. Zo gaat dat nou eenmaal. Maar toch maakt hij je leven kapot. Dus het wordt tijd diegene uit je leven te zetten. Dat is een grote afwijzing, en dat is altijd moeilijker dan een kleine. Dus je kunt maar beter vroeg zijn met afwijzen. Dat bespaart je een hele hoop ellende.
Uitgesteld oordeel
In de zen-filosofie zeggen we vaak dat je je oordeel moet uitstellen. Dat is eigenlijk een hele mooie manier om hiermee om te gaan. Dat je mij afwijst, betekent niet dat je mij voor altijd in de verdoemenis stopt. Het enige wat het betekent, is dat je nu merkt dat ik niet goed voor je ben. Daarmee neem je ook weer je initiatief terug.
Misschien verander je nog van mening, misschien ook niet. Dat is verder niet belangrijk. Belangrijk is dat je nu niet in de problemen zit, niet tijd hoeft door te brengen op een manier waar je helemaal geen zin in hebt, en hebt gekozen voor wat goed voor je is.
Daarom zou ik willen zeggen, wees niet “oordeelvrij” maar “oordeel vrij”. Wees vrij om wel naar je intuïtie te luisteren, want ik heb nog nooit gehoord dat iemands intuïtie het verkeerd had.
Beste Valeer, natuurlijk kan ik het niet laten te reageren op deze blog! Als groot voorstander van oordeelvrij handelen van de professional ben ik echt van mening dat we ons beter bewust moeten zijn van onze oordelen over anderen en dit mee te nemen in je handelen. Bij huiselijk geweld is het van enorm belang dat je dit als hulpverlener eigen maakt. Met name binnen relatiedynamiek is het heel complex om oordelen los te laten. Los van de visie die je hebt over de situatie wordt je ook beïnvloed door de gedragingen, uitspraken en soms zelfs manipulaties van de betrokkenen. Wanneer je dan niet in staat bent je eigen oordeel over de personen los te laten, ben je niet volledig in staat de situatie goed te beoordelen. Wat dus niet wil zeggen dat je je eigen oordelen moet wegstoppen, want zoals jij terecht aangeeft kan het heel helpend zijn in situaties naar je hart te luisteren en daadkracht te tonen. Maar een client heeft er niks aan als je meeveert in het verziekte patroon, maar juist je beoordeling van de situatie kunt geven die de mensen verder helpt!
Allicht bezie ik oordeelvrij vanuit een andere positie dan jij? Interessante blog en leuk om je blogs te blijven volgen!
Beste Kirsten,
Dankjewel voor je reactie! Deze blog is uiteraard niet geschreven voor professionals die moeten interveniëren in een situatie tussen twee andere mensen. Het is voor “burgers” voor gebruik in het dagelijks leven.
En mijn punt is ook juist dat je je bewust moet worden van je eigen “oordelen” – waarmee ik in deze blogpost dus de eerste, instinctieve inschatting bedoel. Omdat we die zo vaak wegstoppen onder het motto “ik mag dit niet vinden”. Wat natuurlijk alleen maar averechts werkt, want het gaat je dan tóch beïnvloeden, ook al denk je dat het hebt weggestopt.
Waar ik in mijn post ook aan refereer, is de situatie. Die is compleet anders als je professional bent dan als je burger bent. In mijn posts maak ik wel vaker de opmerking dat hulpverleners hun cliënten niet in hun eigen woonkamer behandelen… Ook in deze blogpost zeg ik dat het iets heel anders is als het je werk is of als het om jou als persoon gaat. Desalniettemin geldt ook in je professionele bestaan: als je instinct zegt, “Weg hier” dan moet je maken dat je wegkomt. Veiligheid eerst. Dat is nog steeds een oordeel dat je mág hebben, ook als hulpverlener.
Één van de lessen die bij zelfverdediging hoort, is dat je je niet als burger met vechtende mensen moet bemoeien. Ten eerste heb je de kans dat beide partijen of de omstanders zich tegen jou keren; maar meer nog, als je niet exact de achtergrond weet, kan het zijn dat je de oorspronkelijke aanvaller gaat helpen!
Wil je dus als professional in zo’n soort situatie ingrijpen, dan moeten daar eerst de omstandigheden goed voor zijn. En uiteraard je opleiding, training en ervaring. En ja, daarbij is bewustwording van je eigen “oordelen” uitermate belangrijk. Want alleen als je ook naar je eigen oordelen kunt luisteren, kun je voorkomen dat je gaat “meeveren” zoals jij beschrijft.