Afgelopen weekend had ik het geluk te mogen trainen met Rory Miller, een veiligheidsexpert met ontzettend veel ervaring. Het seminar begon met een lezing over conflict en communicatie. Een van de dingen die Rory zei was: “Er is geen regel die zegt dat jij jij moet zijn.”
Eh, wacht, wat? Dacht ik toen. We zijn toch allemaal “op zoek naar onszelf?”
Wie is de echte jij?
We groeien allemaal op met het beeld dat wij een bepaald karakter hebben, en dat dat karakter stabiel is. Dat is ook vrij logisch, want onze hersenen houden van zekerheid, dus als ik weet dat ik geen hondenmens ben, dan is dat maar weer duidelijk en dat geeft rust.
Daarbij is het idee ontstaan dat we onszelf eigenlijk niet leren kennen in het dagelijks leven. Hordes backpackers gaan elk jaar naar Thailand of Australië om zichzelf te ontdekken. Je leert jezelf pas echt leert kennen als je op jezelf bent aangewezen. Toch? Als je in een crisis zit, als het slecht met je gaat, als het moeilijk wordt…
Rory vroeg ons: “Ben je dezelfde persoon ’s ochtends voor je koffie hebt gehad? Als je in het poolgebied loopt en onderkoeld bent? Hoe stabiel is dat ‘zelf’ eigenlijk?”
Ik moest onwillekeurig glimlachen. Eigenlijk heel logisch. Eerder schreef ik al dat je niet hoeft te proberen iemand anders’ karakter in te schatten, want dat werkt toch niet. Maar waarom zou je dan zo star over je eigen karakter denken?
Waarom zou Ik-in-Thailand een echtere ik zijn dan Ik-die-deze-blogpost-schrijf? En waarom zou Ik-die-deze-blogpost-schrijf een minder echte ik zijn dan Ik-die-in-geldproblemen-zit?
Hoe groot is de invloed van ons zelfbeeld?
Ik vond het heel bevrijdend om er zo over te denken. Maar ik bedacht me wel – hoe goed werkt dit nou echt? Is dit niet gewoon een beetje hocus-pocus met je geest? Verandert het echt iets aan mij?
Op de tweede dag van het seminar deden we “plastic mind” oefeningen: oefeningen om te zien hoe “kneedbaar” de geest is. We gebruikten een standaard gevechtsoefening om eerst een “base line” te krijgen van hoe je normaal gesproken vecht. Daarna kregen we telkens één mentale opdracht: “Stel je voor dat…”
Tegen een aantal van deze opdrachten voelde ik een grote weerstand. Ik had uiteraard door dat er met mijn geest werd geklooid, en daar houd ik niet van.
Het bizarre is dat ik er wel beter van ging vechten.
Een van de opdrachten was: “Stel je voor dat je iemand anders bent. Je kunt iedereen zijn die je wilt. James Bond, Jason Bourne…”
Jason Bourne. Dacht ik gelijk. Die gaan we proberen.
Halverwege het volgende gevecht merkte ik dat ik weer eens opgevouwen werd door mijn tegenstander. En toen dacht ik, “Ja, wat een onzin, Jason Bourne laat zich niet zo maar opvouwen.”
En het werkte. Ik werd niet meer gedomineerd en had weer een kans om door te vechten.
Zelfbeeld in de lessen
We kennen allemaal wel het kritische stemmetje in je hoofd dat tegen je zegt “Je kunt het toch niet.” Soms vergeten we hoe diep dat stemmetje zit verankerd in onze geest, in onze maatschappij, in onze omgang met anderen, en ook in onze training.
Bij een van de trainingsoefeningen was de opdracht: alleen ervaren. Laat je lichaam merken wat wel en niet werkt – dat is beloning genoeg. Maar toch hadden sommige van mijn medestudenten er moeite mee zichzelf niet te bekritiseren. Dat was ook een spiegel voor mij, want ik voelde hoe jammer ik het vond dat zij dat deden.
In mijn lessen zijn dat soort opmerkingen “verboden”. “Ik kan het niet” is een van de meest destructieve uitspraken die er is, en ik wil niet dat mijn leerlingen zichzelf dat aandoen.
Bij veel leerlingen zie ik die zelfvernietiging terug. Het is de combinatie van eisen aan jezelf hebben, en dan kritiek op jezelf leveren als het niet goed gaat. De mensen die het meest moeite hebben met de oefeningen zijn de mensen die na elke uitvoering zeggen “Hm nee dat ging nog niet goed. Oh nee dat was hem niet helemaal. Nee, dat kon veel beter.” Deze leerlingen zijn niet minder “begaafd” of minder “goed erin” dan de anderen. Ze verwachten teveel van zichzelf, en de zelfkritiek maakt hen kapot.
Zelfbeeld in het dagelijks leven
Toen de “plastic mind” oefeningen zo goed werkten, ging ik natuurlijk denken: ben ik dan zo negatief over mezelf? Heb ik zo’n verkeerd beeld van wie ik echt ben, dat elke oefening die dat beeld tijdelijk opheft, me tot een beter presterende vechter maakt?
Eh, nee. Want wat had ik nou net geleerd? Karakter is niet stabiel. Ik ben niet méér Ik-die-vecht-als-Jason-Bourne dan Ik-die-vecht-zonder-opdracht.
En toen gebeurde er iets aparts. Toen het innerlijke stemmetje weer kwam met “Ik ben nou eenmaal niet goed in …” mocht het zijn zin niet afmaken. Want halverwege de zin wist ik: ik heb geen permanent karakter. Dus ik wéét helemaal niet of ik “nou eenmaal” een bepaalde eigenschap heb of niet.
Het was alsof er een enorme last van mijn schouders viel, een last die ik al van jongs af aan had gedragen. Acties die ik zou kunnen of moeten doen waren altijd gesorteerd geweest in bakjes “Dingen waar iemand zoals ik goed in is” en “Dingen waar iemand zoals ik slecht in is”.
Maar als die bakjes niet bestaan, zijn er alleen nog maar acties over. Acties die je nog niet eerder geprobeerd hebt, want elke situatie is nieuw.
De monoloog van dat innerlijke stemmetje was niet interessant meer. Hij probeerde nog wel steeds zijn zin af te maken, maar ik gelóófde er niet meer in. Wat een bevrijding.
Zelfverdediging is zen
Had ik al eens gezegd dat zelfverdediging alleen werkt als je het in je dagelijks leven kunt toepassen? Maar dat het dan ook je hele leven verbetert? Ik heb het vast zo vaak gezegd dat je het een cliché begint te vinden. Maar dit is een van de oefeningen die dit ook echt bewijst. Want het werkte ook in de sportschool. En in sociale situaties.
Want dit is in feite niets anders dan zen. Gewoon jezelf de toestemming geven om niet te luisteren naar dat innerlijke stemmetje, dat een constante stroom van kritiek over je uitstort. Gewoon even niet oordelen over jezelf. Niet voorspellen hoe de situatie verder verloopt.
En dát geeft je de kans om die situatie te beïnvloeden.
Om gewoon te doen.
Zelfverdediging is zen.
Helder weergegeven Valeer, en wat een ervaringen heb je opgedaan. Geweldig, ik ben wel een klein beetje jaloers op je, zo’n training meemaken lijkt me super.