Je herkent het vast wel. Hoe meer mensen je aanmoedigen om iets in je leven ten goede te veranderen, hoe minder zin je erin hebt. En dat is niet zo gek. Want wat bedoeld is als aanmoediging, komt over als kritiek. Als ik iets doe omdat jij me hebt aangemoedigd, is dat jouw overwinning, niet de mijne.
Bij zelfverdediging is dat nog extra waar. Want zelfverdediging gaat over twee feiten: 1) het is niet jouw schuld; en 2) jij bent wél de enige die iets aan de situatie gaat veranderen. En dat is niet eerlijk. Waarom zou jij iets moeten gaan doen, terwijl het zíjn schuld is?
Het verleden is er ook altijd
Als ik vertel hoe daders te werk gaan, of als ik vertel welke specifieke strategieën werken en welke niet, vertellen mensen vaak hun ervaringen uit het verleden. En dat is logisch. Je wilt de nieuwe informatie die je krijgt, testen met wat je zelf uit eigen ervaring weet.
Maar het is ook een valkuil. De valkuil van “Ik had eigenlijk iets anders moeten doen.” Want je gaat nadenken over wat de “juiste” handeling zou zijn geweest. En misschien kom je er dan wel achter dat wat je in het verleden hebt gedaan, niet aan de eisen van die “juiste” handeling voldoet.
Alleen, zo werkt het natuurlijk niet. Wat je in het verleden hebt gedaan, was per definitie goed. Als je gaat leren wat er voor nodig is om succesvol een verkrachting te plegen, dan kun je maar tot één conclusie komen: dit is vooropgezet en de dader heeft alles gedaan om het zo oneerlijk mogelijk te maken, in zijn voordeel en in jouw nadeel.
Dat is belangrijk, want het betekent dat híj de situatie heeft veroorzaakt. Hij is de dader – letterlijk: degene die handelde. Er is geen enkele ethische verantwoordelijkheid bij jou om daar het “juiste” antwoord op te geven. Hij had dat niet mogen flikken. Punt.
Het verleden wil iets van je
Steeds weer zie ik dat de mensen die de naarste dingen is aangedaan, de meeste remmingen en blokkades hebben om zichzelf te verdedigen. Voor ons buitenstanders is dat raar: degenen die de beste reden hebben om zich wél te verdedigen, hebben de minste neiging daartoe.
En dat werkt diep door. Jezelf verdedigen is gezond. Je grenzen aangeven – én handhaven – is gezond. Want het betekent dat je autonoom bent. Dat je over je eigen leven beslist. Het betekent dat je niet als een kluwen wol verstrengeld bent met anderen of je omgeving, volledig afhankelijk van de grillen van anderen, maar dat je op je eigen benen kunt staan.
En dat is nou juist vaak het probleem. De manier waarop de dader dat bij jou stuk heeft gemaakt, belemmert je om weer heel te worden. Het is als een wond die zichzelf weer blijft openen.
Informatie over zelfverdediging blijven toepassen op je verleden heeft hetzelfde effect. Alleen dan komt het niet van buitenaf, zoals de aanmoedigingen bovenaan deze post, maar van binnenuit.
Slim omgaan met het verleden
Moet je dan maar net doen of het verleden er niet is? Nou, ik ben geen psycholoog, maar dat lijkt me niet handig. Ik heb geleerd dat je verleden zeker ergens in je leven past: als onderdeel van je levensverhaal.
Daarbij kun je best de dingen die je leert bij zelfverdediging toepassen op je ervaring uit het verleden. Het is zelfs slim om die situatie objectief te kunnen bekijken, en te gaan spelen met wat je anders had kunnen doen en hoe dat het verloop van het scenario had veranderd. Je hébt die ervaring, dus het zou dom zijn er niets van te leren.
Maar zorg er wel voor dat je er iets van leert dat jouw leven beter maakt. Leer nooit om te verliezen. Leer nooit om hulpeloos te zijn. Leer nooit om op te geven.
Het belangrijkste om je te realiseren is dat zelfverdediging niet over het verleden gaat. Zelfverdediging gaat over de toekomst. Altijd.
Een leerling formuleerde het laatst heel mooi: “Als ik naar die situatie van toen kijk: als ik nu in een vergelijkbare situatie zou zitten, dan zou ik dingen anders doen en dan zou het niet zo aflopen.”
Het mooie hieraan is dat je daarmee de valkuil vermijdt. In plaats van te zeggen: “Als ik niet zo stom was geweest, was het heel anders afgelopen”, praat je over de toekomst. Je bent niet stom geweest. Je bent aangevallen.
Je verleden laten rusten en het alleen gebruiken om een betere toekomst te bouwen, geeft ruimte. Want het haalt de druk eraf dat dingen die je nu leert, een soort examen voor je “ik” uit het verleden worden. Door de woorden “een vergelijkbare situatie” te gebruiken, stop je met jezelf te bestraffen, en ben je bezig met iets positiefs voor de toekomst.
Want het mooie is: je kunt je “ik” uit het verleden ook geen geweld aandoen. Je bent niet ontrouw aan jezelf als je iets nieuws leert. Je verraadt jezelf niet als je kiest voor een toekomst waarin je voor jezelf zorgt.
Als die “ik” uit het verleden niet jij was, maar je beste vriendin, zou je dan niet willen dat haar een mooie toekomst te wachten stond, met het beste wat ze ervan kon maken?
En waarom zou je zelf niet je beste vriendin zijn?