Je kunt een gevecht niet oefenen. Dat klinkt misschien een beetje gek. Zijn we daar niet juist steeds mee bezig? Begrijpen dat je niet een gevecht aan het oefenen bent is het geheim om je partneroefeningen beter en effectiever te maken.
Een gevecht is wat gebeurt als een hele hoop andere inspanningen (luisteren, praten, wegrennen) geen zin hebben gehad. Een gevecht is het verdedigen van je lichaam en geest tegen dood of ernstige beschadiging. En het is juist die definitie van wat een gevecht is, die niet geldt bij een oefening.
Een voorbeeld van een heel simpele partneroefening is het ontwijken van een stoot. De een speelt de aanvaller, de ander de verdediger. De aanvaller stoot, de verdediger ontwijkt.
Wat ik in lessen die ik zelf volg veel zie gebeuren is dat de aanvaller van alles gaat proberen om de verdediger te raken. Zo snel mogelijk slaan, schijnbewegingen uitvoeren, onderweg afbuigen om de ontwijkende verdediger toch te kunnen raken…
En daarbij wordt vaak gezegd “Ja, maar als ik nou dit doe…”
Maar dat is niet hoe een oefening werkt. Want je kunt het “maar als” net zolang doorvoeren tot je bij zeer realistische, hele harde en geslepen trucjes komt – maar je zult nooit kunnen oefenen dat je je lichaam en geest moet verdedigen tegen dood of ernstige beschadiging. Het is echt of het is niet echt, en een oefening is niet echt.
In een gevecht, tijdens het verdedigen van je lichaam en geest tegen dood of ernstige beschadiging, vind je het niet erg om een paar harde klappen te krijgen, als dat je een voordeel oplevert waarmee je kunt winnen. In een echt gevecht kom je er misschien wel toe in de ogen van je aanvaller te steken. Misschien gebruik je wel de scherpe bladzijden van een opgerold tijdschrift om hem in zijn gezicht te snijden. Dit zijn realistische mogelijkheden! Maar je kunt ze niet oefenen.
Waarom oefenen we dan?
We oefenen om te begrijpen hoe het lichaam werkt. Hoe de krachten in een gevecht werken. Hoe je je eigen lichaam kunt controleren en gebruiken. Hoe je gevoel krijgt voor wat wel en niet kan. En we oefenen om te wennen aan het fysiek met elkaar bezig zijn.
Een oefening als “het ontwijken van een stoot” is enkel bedoeld als… het oefenen van het ontwijken van een stoot. Binnen die oefening zitten allerlei aspecten die algemeen van toepassing zijn in een gevechtssituatie. Afstand. Timing. Kracht. Hardheid. Zachtheid. Beweging. Cirkels. Spiralen. Rechte lijnen. Gewicht. Houding. En ga zo maar door.
Als je Frans leert, leer je oefenzinnetjes. Daaruit leer je de algemene eigenschappen van Frans. Zinsbouw, vocabulaire, werkwoordsvormen, et cetera. De kans dat je “De kat van de stationschef jaagt de muizen uit de kantine” echt zult gebruiken, is niet zo heel erg groot. Maar je leert wel een hoop over de Franse taal als je die zin kunt vertalen.
Partneroefeningen zijn een gelegenheid om de oefening waar je mee bezig bent, zo goed mogelijk te doen. Voor de aanvaller betekent dat: een rechte stoot geven, vanaf de juiste afstand, op een tempo waar de verdediger iets mee kan, naar de juiste plek. Voor de verdediger betekent het: ontwijken met de juiste houding, proberen aan te voelen wanneer de stoot komt, met het juiste tempo bewegen, et cetera.
Als je zo oefent, maak je veel effectiever gebruik van je tijd. In plaats van te denken aan wat je allemaal nog zou kunnen doen maar niet doet, ben je je gevoel voor die handeling aan het ontwikkelen, en dat gevoel kun je dan weer toepassen op je andere oefeningen.
Natuurlijk is het ook nuttig om een oefening helemaal uit te pluizen op wat je allemaal wel en niet kunt doen. Maar dat kun je pas doen als je de oefening eerst helemaal doorhebt.
Dus geef je partner de gelegenheid om eerst de oefening goed te doen. Zo ben je samen bezig verder te komen, en daar heb je allebei veel meer aan. Partneroefeningen zijn geen competitie. Ze zijn samenwerking, bedoeld om samen iets te leren. Geef elkaar de mogelijkheid om je oefeningen te doen, en je bent veel prettiger en veel effectiever bezig!