Regelmatig vertellen leerlingen me dat ze vinden dat ze “te bang” of “te boos” zijn. Te bang voor mannen in het algemeen. Te boos in situaties waar hun grenzen worden overschreden. En ik snap wat ze bedoelen. Maar eigenlijk denk ik dat als je goed kijkt, er iets anders aan de hand is.
Wat zijn emoties?
Als ik zeg “bang” of “boos”, wat bedoel ik dan? Is het een gevoel, is het een emotie, is het een humeur? Als ik over emoties praat, dan bedoel ik: het signaal dat je lichaam afgeeft. Psycholoog Paul Ekman heeft onderzoek gedaan naar emoties en gezichtsuitdrukkingen. Hij is erachter gekomen dat gezichtsuitdrukkingen over de hele wereld hetzelfde zijn, en een uitingsvorm zijn van emoties.
Daarom spreken we van vier basisemoties: Boos, Bang, Blij en Bedroefd. Ekman kwam erachter dat we onze gezichtsuitdrukkingen ook bewust kunnen beïnvloeden, bijvoorbeeld om er niet boos uit te zien terwijl we dat eigenlijk wel zijn. Maar hij ontdekte dat we dat pas na een tiende van een seconde kunnen doen. Als ik het over emotie heb, dan bedoel ik het gevoel dat in die eerste tiende van een seconde opkomt, vóór we er bewust controle over hebben.
Emoties komen dus uit het grote, onbewuste gedeelte van ons brein. Dat onbewuste gedeelte geeft signalen aan ons bewustzijn door middel van gevoelens en emoties zoals boosheid en angst.
Om praktische redenen verdelen we in mijn vak het brein vaak in drie afdelingen: de Mens, de Aap en de Hagedis. Ik zie dat niet als specifieke gebieden of onderdelen, maar als afdelingen die allemaal hun eigen taak hebben. De taak van de Hagedis is om jouw veiligheid te bewaken. Er zijn twee belangrijke boodschappen die de Hagedis kan geven. Boos: “Iemand gaat over mijn grens en daar moeten we iets aan doen”; en Bang: “Mijn veiligheid is in gevaar en ik weet niet direct wat ik daar aan moet doen.”
Bang
Van die twee signalen is Bang het meest urgent. Bang zijn triggert in eerste instantie de freeze, die ons al miljoenen jaren beschermt tegen aanvallen van grote roofdieren. Ná de freeze keert de controle weer terug en kun je dan, met behulp van je Mens, verzinnen wat je gaat doen. Of de Hagedis schat in dat de situatie té gevaarlijk is, en vecht zich een weg naar buiten op instinct.
Nou zit het brein veel complexer in elkaar dan we weten. Ik denk dat de Hagedis slimmer is dan we denken en over de kennis en ervaring van het hele brein kan beschikken. Als leerlingen mij vertellen dat ze vinden dat ze “te bang” zijn, ga ik daarom eerst altijd op zoek naar wat de situatie echt is.
En wat meestal al snel blijkt, is dat de persoon in kwestie zichzelf niet de toestemming geeft om een ander aan te doen. Ze is niet bereid om een ander te kwetsen, ook niet om voor zichzelf op te komen. Ik denk dat de Hagedis dit weet. Ik zie de Hagedis als een soort snellere, ongenuanceerde versie van jezelf. Ze heeft de beschikking over alles wat je weet en alles wat je ooit hebt meegemaakt, maar ze heeft geen relativeringsvermogen en geen fantasie.
In alle jaren dat ik lesgeef, heb ik nog nooit meegemaakt dat de Hagedis iets verzint. De Hagedis verzint niet dat die man een engerd is terwijl hij dat eigenlijk niet is. Maar – wat de Hagedis zegt, klopt alleen vanuit jouw standpunt. En als jij jezelf geen toestemming geeft om voor jezelf op te komen, is elke man een gevaar. Want als jij geen “nee” mag zeggen, dan heb je geen manier om tegen te houden wat hij gaat doen. Misschien is die man geen bedreiging voor een ander, maar voor jou, met jouw specifieke omstandigheden, is hij dat wel.
De Hagedis heeft het dus niet fout. Zij schat perfect in wat voor jou gevaarlijk is, en geeft je die informatie via de emotie “bang”. Je hebt geen irreële angst. Het heeft dus ook geen zin om te proberen van die angst af te komen. Het probleem ligt bij de toestemming die je jezelf niet geeft, en daar moet aan gewerkt worden. Zolang je jezelf die toestemming niet kunt gunnen, gaat je angst voor anderen niet verminderen.
Boos
En dan komen we eigenlijk gelijk uit bij Boos. Boosheid vertelt je dat je grenzen worden overschreden en geeft je de energie om daar iets aan te doen. Daarom voelt boosheid ook zo onrustig en vervelend: er is even meer energie beschikbaar dan je aan het gebruiken bent.
Boosheid is de energie die je kunt gebruiken als je jezelf die toestemming geeft om voor jezelf op te komen. En daar hebben we het moeilijk mee, in onze maatschappij. Boosheid is voor anderen beangstigend, want het maakt dingen kapot. Dat is ook precies het goede aan boosheid. Wat bestond was niet goed voor jou, dus dat moet eerst kapot. Want anders blijf je compromissen sluiten over je grenzen, en dat is niet goed voor jou.
Pas als de oude situatie onherstelbaar kapot is, komt er ruimte voor een nieuwe situatie. Maar daar hebben we natuurlijk wel moeite mee. Als iemand iets kapot maakt, vinden we dat eng. Want wij waren gewend aan die situatie. Wij vonden het wel prima.
En dus zie je dat er een groot taboe is op boosheid. Grote kans dat je van je ouders niet boos mocht zijn, van je juffen en meesters niet, en dat je nu van de mensen om je heen weer niet boos mag zijn.
Maar die boosheid is er, want dat is gewoon een signaal van de Hagedis dat je grens wordt overschreden. Ook dat klopt: de Hagedis schat ook dat weer zonder fantasie in, en je boosheid is dus ook terecht. Alleen, we luisteren er niet naar. We proberen het te onderdrukken. Maar de Hagedis heeft niet de fantasie om dat te snappen. Die merkt alleen maar: dit signaal komt niet aan. Dus wat gaat ze doen? Harder roepen natuurlijk! Nog meer boosheid laten voelen, tot je eindelijk een keer luistert.
Dus wat zie je? Mensen die woest worden op winkelpersoneel, op collega’s, zelfs op hun eigen kinderen. Heb jij dat wel eens gehad, en ben je tot de conclusie gekomen dat je “té boos” bent? Probeer je het dan eens anders voor te stellen. De echte boosheid die je voelt, is niet naar die winkelmedewerker, die collega, of je kind. Misschien weet je eigenlijk zelf wel voor wie die boosheid wél bedoeld is.
Maar misschien is het vooral boosheid die groot is geworden omdat je nooit naar je boosheid hebt mogen luisteren. Boosheid die gewoon groter is geworden omdat ze altijd genegeerd is. Boosheid die nog extra groot is omdat ook nu weer mensen miskennen dat je boos bent. Omdat je haar ook nu weer weg moet stoppen.
Onderzoeken waar het “té” zit
De eerste praktische handeling bij emoties is altijd: neem de telefoon op. De Hagedis belt je om je iets te vertellen. Neem op, dan weet je tenminste wat er aan de hand is. “Oh, ik ben gewoon boos. Dat is het dus.” En dan kun je dat ook in eerste instantie gewoon hardop zeggen: “Ik merk dat ik erg boos word.” Punt. En het is helemaal prima om jezelf dan eerst eens uit de situatie te halen, zeker voor je allerlei dingen gaat toezeggen of je excuses gaat aanbieden.
Bij Bang is het meestal wat meer urgent, en dan is het net zo belangrijk om eerst uit de situatie weg te gaan. Je kunt best het contact met de mensen die er zijn even verbreken en eerst zelf naar een veilige plek gaan.
Daarna kun je dan gaan kijken naar wat er daadwerkelijk gebeurde dat deze emotie opriep. Bij boosheid: “Welke grens van mij werd overtreden?” Bij angst: “Welke aanwijzingen waren er dat er iets naars ging gebeuren?” – en er bij allebei die vragen voor waken dat je niet “niks” als antwoord geeft. De Hagedis heeft geen fantasie, dus er is altijd iets geweest dat die emotie heeft opgeroepen.
Uiteraard is emotie geen vrijbrief om over andere mensen hun grenzen te gaan. Om je kinderen te slaan of uit te schelden, om met winkelmedewerkers op de vuist te gaan, enzovoort. Emotie komt op als reactie op iets dat gebeurt. Maar wat je er na die eerste tiende van een seconde mee doet, dat is jouw verantwoordelijkheid. En daar moet je dus iets mee.
Ik denk dat jezelf toestemming geven om wel voor je grenzen op te komen, al een hoop druk van de ketel kan wegnemen. Een assertiviteitstraining raad ik daarom erg aan. Daar kun je leren hoe je op gepaste manieren om kunt gaan met grensoverschrijdingen, zonder gelijk te ontploffen of juist helemaal niks te doen en alles weg te geven.
Uiteindelijk is emotie alleen maar een signaal, waar jij iets mee kunt. Als je leert om op proportionele wijze om te gaan met gevaar en grensoverschrijdingen, kun je je leven een stuk veiliger, vrijer en gelukkiger maken.