Ik geef probleemgestuurd les. Dat wil zeggen dat we niet kijken wat voor leuke trucjes we allemaal kunnen leren: we gaan kijken hoe seksueel geweld in het echt wordt gepleegd, en wat we daar tegen kunnen verzinnen.
Met fysiek geweld is dat vaak makkelijker analyseren: vaak staan er mensen te filmen of zijn er beelden van bewakingscamera’s. Maar seksueel geweld begint vaak met woorden, en het wordt vaak gepleegd waar niemand anders bij is, dus is het veel moeilijker om aan bronmateriaal te komen. Echter, onlangs publiceerde het tijdschrift de New Yorker echter een opname van een gesprek dat heel tekenend is voor seksueel geweld. Een uitgelezen kans voor een analyse dus.
Waar hebben we het over?
Naar verschillende schattingen wordt seksueel geweld in ongeveer 85% van de gevallen gepleegd door bekenden. Zoals gezegd: het begint vaak met woorden. Als je in je les zelfverdediging deze vorm van seksueel geweld niet aanpakt, negeer je 85% van het probleem. Tegen een kussen slaan is makkelijk; omgaan met een poging tot verkrachting door iemand die je kent is dat niet.
Open deze link voor het artikel met het geluidsfragment:
From Aggressive Overtures to Sexual Assault: Harvey Weinstein’s Accusers Tell Their Stories.
Let op: de opname is vrij heftig, en voor slachtoffers van seksueel geweld waarschijnlijk zeer herkenbaar.
Ik raad je aan eerst de geluidsopname te luisteren. Probeer eerst eens voor jezelf te analyseren wat hier gebeurt.
- Hoe weet jij dat dit niet zomaar een gesprek is, maar een aanval?
- Welke tactieken gebruikt de man om zijn zin te krijgen?
- Hoe zou je het best met deze situatie om kunnen gaan?
Als je hier zelf je antwoorden op hebt bedacht, kun je verder lezen. Hieronder staat mijn interpretatie van de geluidsopname.
Analyse van een echte aanval2>
1. Openingsschot: ga met me mee, er is niks aan de hand
De opname begint met de vrouw die vraagt: “Wat moeten we hier doen?” De man antwoordt: “Niks! Ik ga een douche nemen en jij gaat daar zitten en drinkt wat.”
We kunnen niet zien wat er gebeurt, maar uit de opname leid ik af dat hij wil dat de vrouw mee gaat naar zijn hotelkamer. Zij vraagt waarom.
Hij antwoordt “Niks,” maar als hij niks wil, waarom moet ze dan mee naar zijn kamer? De heftigheid waarmee hij wil dat ze meekomt, en zijn claim dat hij niets wil, komen niet met elkaar overeen. Hier klopt dus al iets niet.
Regel #1 van zelfverdediging is: “Breng geen tijd alleen door met problematische mensen”. Ten eerste omdat die persoon daar fysieke macht heeft, en ten tweede omdat je achteraf nooit zult kunnen bewijzen wat daar wel of niet is gebeurd. Ook ik houd me aan deze regel. Of het nou om een man of om een vrouw gaat, als ik het idee heb dat mijn veiligheid in het geding is, ga ik niet alleen met iemand een ruimte in.
Dit geldt óók voor auto’s. Zelfs als de aanvaller dreigt met een wapen: je bent veiliger buiten de auto dan er in. Er is een reden dat een aanvaller met jou alleen wil zijn. En die reden is nooit iets goeds. Als het zo belangrijk voor hem is, dan is het gevaar dus groter in zijn auto, in zijn kamer, of waar dan ook alleen met hem.
2. Verandering van tactiek: dwingen
“Kan ik niet in de bar blijven?” vraagt de vrouw.
“Nee. Je MOET nu hier komen,” antwoordt de man.
Huh? Net gingen jullie nog “niks” doen, maar nu MOET de vrouw ineens hier komen? Waarom? Wat is er voor druk dat dit MOET?
In zijn vorige zin heeft de man al gezegd “Jij gaat daar zitten en drinkt wat” – met een autoriteit alsof hij totaal kan bepalen wat zij wil. Die autoriteit heeft hij natuurlijk niet, want niemand mag bepalen wat een ander wil. Maar hij is een belangrijke figuur in haar vakgebied. Zoiets als jouw baas of je leraar. Hij heeft dus een behoorlijke mate van macht over haar. Die probeert hij hier te gebruiken.
3. Verandering van tactiek: smeken
“Alsjeblieft? Ik doe niks met je, ik beloof het.”
Huh? Net was het nog moeten, nu is het ineens alsjeblieft? Dus ze hoeft zogenaamd “niks” te doen, maar dat ze meegaat naar zijn kamer, is zo belangrijk dat hij eerst dwingt en dan smeekt – twee manieren van vragen die totaal niet met elkaar kloppen.
Oh ja, en beloftes waar je niet om gevraagd hebt zijn een standaard waarschuwingssignaal dat er iets mis is – zoals Gavin de Becker beschrijft in The Gift of Fear. Als iemand uit zichzelf zegt: “Ik beloof het”, of “Geloof me”, dan moet je altijd op je hoede zijn.
When "Believe Me" means be careful what you believe | Psychology Today https://t.co/57KhdD0R7W
— Joe Navarro (@navarrotells) September 23, 2017
Je hoeft niemand te geloven, en beloftes zijn niets waard. Alleen daden tellen.
4. Verandering van tactiek: manipulatie
“Ik wil niet, ik moet iemand eerst goed kennen, gisteren was nogal agressief voor mij,” zegt de vrouw.
“Alsjeblieft, alsjeblieft, kom met me mee, je zet me voor schut in dit hotel, ik kom hier heel vaak.”
“Je zet me voor schut in dit hotel” is een duidelijk voorbeeld van manipulatie. In dit geval is het inspelen op het schuldgevoel van de vrouw. En meer algemeen: inspelen op de empathie van de ander.
“Als je me niet helpt, word ik heel ongelukkig”, “Ik kan het aan niemand anders vragen”, “Dit is zo belangrijk voor mij, je moet dit voor me doen” en “Ik kan er niet tegen als je zo tegen me praat” zijn andere voorbeelden van manipulatie. De enige gezonde, niet-manipulatieve manier om iemand te vragen of ze mee wil naar je hotelkamer… is te vragen “wil je mee naar mijn hotelkamer?”
Aanvallers maken graag gebruik van manipulatie, want het is niet strafbaar en ze krijgen er vaak een hoop mee gedaan. Krokodillentranen zijn een van de favoriete tactieken van daders, schrijft ook Martha Stout in The Sociopath Next Door.
5. Verandering van tactiek: het is maar één keer/één minuut
“Kom hier, het is maar één minuut, het is maar één minuut, ik ga niks doen, je zult me hierna nooit meer zien.”
Huh? Hij gaat douchen en jij gaat wat drinken, en dat binnen één minuut? Waarom moet ze dan mee naar zijn kamer? Dan kan ze toch ook gewoon in de bar blijven? Hier klopt dus werkelijk niets van.
En dan: “Je zult me hierna nooit meer zien.”
Aha. Als dat geen bekentenis is. Want dit geeft duidelijk weer dat hij dondersgoed weet dat zij hem nú al niet wil zien. Ook dit is een ongevraagde belofte, en het is een heel tekenende. Hij weet prima hoe verachtelijk hij is, en hij laat dat per ongeluk zien.
6. Verandering van tactiek: terug naar ongevraagde beloftes
“Ik zweer het”, “ik ben beroemd”, “ik zweer het op mijn kinderen”. En daarbij een heel aantal keer “alsjeblieft”, in combinatie met “Ga hier zitten!”
Overbodig om te zeggen: het woord “alsjeblieft” hoort niet bij dwingen.
7. Verandering van tactiek: alles of niets
Haar weerwoord: “Waarom raakte je gisteren mijn borst aan?”
Hij: “Dat ben ik gewend.” Hij ontkent niet eens.
Dan: “Vijf minuten maar!” Huh? net was het nog één minuut.
“Vergooi je vriendschap met mij niet voor vijf minuten.” Hoezo, vriendschap? Dit is een zakelijk gesprek (of zou het moeten zijn). En waarom zou zij degene zijn die de vriendschap vergooit? Dat is juist wat hij doet, door zijn grensoverschrijdende gedrag.
En tja, wat is dan de inhoud van die vijf minuten, dat hij het zo belangrijk maakt? Hij wil dus per sé dat ze meekomt naar zijn hotelkamer, voor vijf minuten, waarna ze hem nooit meer zal zien. Het is wel duidelijk wat hij wil.
8. Verandering van tactiek: terug naar manipulatie
“Je maakt een grote scène!”
Dit is een bekende tactiek, die daders vaak gebruiken. Als iemand zegt “Kom mee en maak geen scène” moet je uiteraard twee dingen doen: niet meekomen en wel een grote scène schoppen.
9. Hij geeft het op
Deze man geeft het op. Zij houdt voet bij stuk, en hij kan niet doen wat hij wil doen in de gang van het hotel, waar hij betrapt kan worden. Dit is het voorbeeld bij uitstek waarom je nooit met problematische mensen alleen moet zijn. En hoe ontzettend goed het woord “nee” werkt. Deze vrouw is ontsnapt aan een verkrachting, zonder ueberhaupt geweld te hoeven gebruiken. Dit is een heel goeie win.
Waar “praten” misgaat
We mogen deze vrouw allemaal heel dankbaar zijn. Doordat ze de situatie niet heeft afgekapt, maar wel voet bij stuk heeft gehouden, hebben we een beeld kunnen krijgen van hoe een aanvaller werkt.
Het eerste dat opvalt is dat het hem in feite niet uitmaakt welke tactiek hij gebruikt, zolang hij zijn zin maar krijgt. Hij is zelfs bereid terug te gaan naar eerdere tactieken. Het enige dat constant blijft is zijn wil dat zij zijn hotelkamer binnenkomt – zijn wil om met haar alleen te zijn dus. Het veranderen en terugveranderen van tactiek laat dus zien hoe graag hij zijn zin wil krijgen.
In mijn blogpost over niveaus van geweld beschrijf ik hoe het niveau van “praten” onder het niveau van fysiek geweld staat. In principe wil je altijd het laagst nodige niveau van geweld gebruiken – immers, als je iets met praten kunt oplossen, hoef je niet naar het ziekenhuis en niet naar de politie.
Als je iets met praten kunt oplossen. Want net zo belangrijk is het om te begrijpen wanneer praten geen zin meer heeft, of zelfs misgaat. Dat kun je hier heel goed zijn, aangezien er een groot verschil zit tussen hoe hij taal gebruikt en hoe zij dat doet.
Hij gebruikt taal voor het effect op haar. Het gaat er niet om of zijn woorden de werkelijkheid beschrijven of niet. Het enige van belang is dat ze iets met haar doen:
- “Je MOET hier komen”, “Jij gaat daar zitten”, “Ga daar zitten”, “Vergooi je vriendschap met mij niet”: deze woorden zijn bedoeld om te intimideren. Ik heb macht over jou, dus jij moet doen wat ik zeg. Het effect: dat ze bang wordt en dan maar toegeeft.
- “Het is maar één minuut”, “Ik doe niks met je”, “ik zweer het op mijn kinderen”: juist bedoeld om haar angst te verlagen zodat ze denkt dat er niks aan de hand is en dan maar toegeeft.
- “Alsjeblieft”, “Je zet me voor schut”: bedoeld om op haar empathie aan te speken, zodat ze hem zielig vindt en dan maar toegeeft.
Dit is niet communiceren. Dit is manipuleren.
De vrouw daarentegen, gebruikt haar woorden om te communiceren. Ze legt hem uit waarom ze zich niet prettig voelt, waarom ze niet mee wil naar zijn kamer, en probeert hem te vragen waarom hij zo graag wil dat ze meegaat.
Er is hier dus een mismatch, en dat betekent dat er onderaan de streep geen communicatie is.
Een paar grote misverstanden over het gebruik van “praten”
Wat de vrouw op de opname doet, hoor ik wel vaker van vrouwen die proberen door praten een situatie op te lossen. Zoals gezegd probeert deze vrouw te communiceren. Ze probeert uit te leggen waarom ze zich niet prettig voelt.
Ze probeert deze man dus te vertellen dat hij iets onethisch doet, en waarom dat onethisch is.
Wake-up call: dat weet deze man prima.
Ieder mens weet dat je je zin niet moet doorzetten als de ander dat niet wil. Ieder. Mens. Dit is geen rocket science. Als jij iets niet wil, dan wil je niet. Dus als een ander iets niet wil, wil hij of zij dat niet. Dat hoef je niet uit te leggen.
Hij weet het. Waarom gebruikt hij anders allerlei tactieken om jou alleen in een ruimte te krijgen? Hij weet dat wat hij wil, niet door de beugel kan, en dat als andere mensen dat zien, hij in de problemen komt.
Als jouw oplossing via “praten” dus bestaat uit aanvallers van wat voor type dan ook, te vertellen dat ze iets slechts doen: dit werkt niet. De terrorist die een aanslag wil plegen, de moordenaar die iemand wil vermoorden: ze hebben maandenlang voorbereidingen gedaan en in die tijd hebben ze heus goed nagedacht over of ze dit echt willen doen. Ze willen dit echt doen.
Punt: je kunt als slachtoffer de dader niet opvoeden.
Een tweede misverstand gaat over het communiceren zelf. Er zijn namelijk voorwaarden aan of communicatie gaat werken of niet. En de allersimpelste voorwaarde is dat jij en de ander elkaar als mens zien.
Dat klinkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is juist niet wat er aan de hand is in een dader-slachtoffer relatie. Om een slachtoffer ueberhaupt iets aan te kunnen doen, moet de dader hem of haar wel als minder dan mens zien.
Een leeuw ziet een hertje niet als een andere leeuw. Een leeuw ziet een hertje als lunch. Zo ziet een dader het slachtoffer ook. De geluiden die het hertje maakt ziet de leeuw niet als taal maar als lawaai. De woorden die je als slachtoffer spreekt, ziet de dader niet als woorden maar als lawaai.
Punt: Je kunt niet praten met iemand die jou als prooi ziet.
Een derde misverstand gaat over de vorm van praten die je kiest. Te vaak zie ik dat mensen denken te kunnen onderhandelen met daders. “Ik geef je wat je wil, maar doe me geen pijn.” Zojuist heb ik al een voorwaarde genoemd voor communicatie. Maar er is ook een voorwaarde voor onderhandelen. Die voorwaarde is dat je iets te bieden hebt.
En het probleem bij dader-slachtoffer relaties is dat de dader al overtuigd is dat hij kan pakken wat hij wil hebben. Hij hoeft niet te kiezen tussen jouw geld en je pijn doen, want hij kan allebei doen. Je hebt hem niets te bieden.
Want als jij zo’n goede machtspositie had dat je hem je geld kon geven maar niet je pijn, waarom zou je hem dan ueberhaupt je geld geven? Het probleem is dat hij vindt dat jij die positie helemaal niet hebt. Als je wel een machtspositie hebt, hoef je niet te onderhandelen over dingen die je niet wil.
Punt: Je kunt niet onderhandelen als je geen machtspositie hebt.
Heeft praten dan wel zin?
Dit is een behoorlijk lange analyse. Betekent dit dat je zo slim moet nadenken bij iedereen met wie je praat? Nee, gelukkig niet. Dat zou helemaal niet werken. Zoals je aan de stem van de vrouw kunt horen, staat ze onder emotionele druk. Deze man kan haar carrière maken of breken.
Bovendien is het heel vervelend om bij iedereen met wie je praat, elk woord te gaan wegen en interpreteren. Dat kost heel veel energie, en het geeft je geen enkel plezier.
Gelukkig is het veel simpeler om te weten wat je in deze situaties kunt doen. Luister maar eens echt naar deze vrouw. Vanaf het begint wil ze al niet. Ze wéét dus al wat ze wil. Zelfverdediging gaat niet over proberen mensen te wegen en de goeden te eren en de slechten te straffen. Dat werkt niet en het heeft geen zin.
Zelfverdediging gaat over een leuke dag hebben en veilig thuis komen, over de beste versie van jezelf worden die je kunt zijn en de beste versie te leven van het leven dat je hebt. Daarvoor heb je maar één aanwijzing nodig: wat jij wil.
Een leerling van me vroeg eens: “Als het al een fysiek gevecht is geworden, kun je dan weer terug naar het niveau van praten?” Goeie vraag! Dat is het soort vraag waardoor je dingen beter gaat begrijpen. Het antwoord is: Nee, dat kan niet. Iemand heeft net fysiek laten zien dat hij bereid is je te beschadigen. Waarover wil je daarna nog praten?
Zo is het ook met de situatie in de opnamen. Deze man wil iets, en de vrouw wil dat niet. Waarover moet je nog praten?
Praten kan niet alleen “niet werken”; het kan zelfs averechts werken. Deze man en vrouw staan te praten in de hal van een hotel. Wat gebeurt er als er even niemand langsloopt? Hoe meer tijd je aan deze man besteedt, hoe meer kansen je hem geeft je aan te vallen.
Daarnaast: hoe langer je blijft praten, hoe meer informatie je hem geeft. Niet alleen in de woorden die je gebruikt, maar ook in je reacties op wat hij zegt. Hoe langer je blijft praten, hoe meer informatie je hem geeft die hij kan gebruiken.
Ten derde: dit soort praatjes is emotioneel zwaar voor jou. Daardoor word je in een staat van adrenaline gehouden. Dat is niet alleen onprettig: het beïnvloedt ook hoe goed je kunt reageren op de situatie.
Conclusie
“Praten” is een geliefd instrument van daders van seksueel geweld. Als je daar geen tegenmaatregelen tegen hebt, kun je niet op tijd reageren om vervelende situaties vroeg af te kappen. Analyses als deze zijn dus vooral belangrijk om te snappen dat er een probleem is. De oplossing heb je zelf al in je.
De vraag is dus niet: moet ik hier blijven praten? De vraag is, zoals altijd: wil ik hier blijven praten. Luister naar jezelf je en je weet het antwoord.