We zien praten graag als minder gewelddadig dan fysiek geweld, maar dat betekent niet dat het géén geweld is. Geweld is het overschrijden van andermans grenzen, en om iemand schade toe te brengen hoef je die persoon echt niet aan te raken. Woorden kunnen zeer gewelddadig zijn.
Op een goede manier omgaan met woorden helpt om je relaties helder te houden en je leven te vergemakkelijken. Als je opgroeit in een veilig huis, met ouders die het goede voorbeeld geven en een school die dit goed doet, leer je dit meestal wel.
Maar uiteraard krijg ik veel mensen in de les die níet in zulke omstandigheden zijn opgegroeid. De kans is groot dat je dan een belangrijke vaardigheid mist om al je interacties te verbeteren – simpelweg omdat niemand je dat ooit heeft geleerd.
Geweld met woorden
In mijn post over niveaus van geweld beschrijf ik de maatstaf van geweld als: “in hoeverre het andermans grens overschrijdt”. Één van de niveaus die ik beschrijf is “woorden”, maar binnen dat niveau is er een groot verschil in gewelddadigheid in hóe je met woorden omgaat.
Dat verschil is niet altijd even makkelijk te zien. Schelden is gewelddadiger dan op rustige toon praten, en schreuwen en schelden tegelijk is gewelddadiger dan schelden alleen. Dat is niet zo moeilijk. Maar er zijn nog veel meer manieren om geweld te plegen met woorden:
- Iemand steeds in de rede blijven vallen
- Op rustige toon iemand’s meest gekoesterde overtuigingen met de grond gelijk maken
- Iemand uitleggen wat ze al weet, terwijl je doet alsof het voor haar nieuw is
- Een T-shirt dragen met een beledigende spreuk
Zo breed is het niveau van geweld met woorden dus. Geen wonder dat we vaak ons best doen om ook in ons taalgebruik zo geweldloos mogelijk te zijn. Liever dan “nee” zeggen, proberen we op allerlei manieren aan te geven dat we iets niet leuk vinden. Liever dan ergens om vragen, proberen we te laten merken dat we iets wel heel graag willen:
- “Dit is echt heel belangrijk voor mij…”
- “Ik heb het heel moeilijk (gehad)…”
- “Nee hoor, er is niks aan de hand…”
Het probleem hiermee is: het lijkt minder gewelddadig, maar het is juist gewelddadiger. Hou de maatstaf van geweld maar eens in gedachten, en kijk naar wat er áchter deze opmerkingen zit:
1. “Dit is echt heel belangrijk voor mij”. Op zich lijkt dit een normale opmerking. Maar het gaat erom wat er níet gezegd wordt, en waarom niet. Hieronder zit namelijk een vraag: “Wil je dit voor mij doen?” Die vraag is een heel terechte vraag: je kunt altijd een vraag stellen, zolang je accepteert dat het antwoord ook “nee” kan zijn.
Dat laatste is waar het hier mis gaat. Als je deze opmerking zo maakt, komt het over alsof je geen “nee” wil horen. Want in plaats van de vraag te stellen, speel je in op iemand’s schuldgevoel. Dit is “heel belangrijk” voor jou, dus als de ander dit niet voor je wil doen, zal hij zich rot voelen.
2. “Ik heb het heel moeilijk (gehad)”. Dezelfde ondertoon: ik wil niet dat je “nee” zegt, dus ik speel het zo dat jij je schuldig gaat voelen als je nee zegt. Een extra interessant punt hier is nog dat je aanneemt dat een ander het níet moeilijk heeft gehad. Je probeert een uitzonderingspositie voor jezelf te creeeren, maar hoeveel moeite heb je gedaan om te leren wat er in een ander omgaat?
3. “Nee hoor, er is niks aan de hand”. …En dan uren, dagen of zelfs weken later uitspreken wat de ander allemaal niet goed heeft gedaan. Hoe vriendelijk bedoeld ook: in feite ben je onoprecht geweest tegen de ander. En wij mensen zijn heel erg gevoelig voor liegen. Waarschijnlijk omdat we vroeger in kleine groepen leefden, en op elkaar waren aangewezen om te overleven. Liegen triggert dus vaak sterke reacties in mensen.
Geweld met een omweg
Dt gebruik van woorden is proberen te krijgen wat je wilt via een omweg. En dat is natuurlijk heel tragisch. Want je doet het met de beste bedoelingen, maar het effect is dat je gewelddadiger bent dan de woorden die je probeert te vermijden.
Als je namelijk gewoon vraagt: “Wil je dit voor mij doen?” dan is de ander vrij om “ja” of “nee” te zeggen. Door op iemand’s schuldgevoel in te spelen, ben je in feite bezig iemand’s keuzevrijheid af te nemen.
Door iemand een vraag te stellen, ga je niet over haar grens heen. Door iemand’s keuzevrijheid in te perken wel. Je denkt dus dat je geweld aan het vermijden bent, maar je pleegt juist erger geweld – met een omweg.
We noemen dit gedrag vaak “manipuleren”. In feite zegt de spreker in de 3 voorbeelden hierboven: “Ik ben machteloos, dus jij moet het voor mij doen.” Je kunt op deze manier prima leven, want er zijn vaak genoeg mensen die je willen helpen. Manipuleren is een machtig wapen, en mensen krijgen er heel veel mee gedaan.
Maar het is wel een wapen, en het maakt heel veel kapot. Niemand houdt ervan om op deze manier behandeld te worden, dus de kans is groot dat mensen je wel geven wat je wil, maar met een flinke tegenzin. En ergens komt er dan een moment dat mensen het zat zijn, en je uit hun leven zetten.
Gelukkig hoeft het niet zo te gaan.
Leiden en ondergaan
Je kunt leiden, of je kunt ondergaan. Een leuke theorie hierover is de Roos van Leary. Die stelt dat je op twee manieren om kunt gaan met conflicten: je kunt er “onder” gaan zitten, of er “boven”.
Op een gezonde manier communiceren is iets dat je kunt leren: een assertiviteitstraining is hiervoor bij uitstek geschikt. Assertief zijn zorgt dat je niet “onder” hoeft te gaan zitten: je kunt je leven leiden. En dat is nou precies het idee van zelfverdediging: dat je de leiding gaat nemen over je leven.
Het mooie hieraan is, net zoals met de andere aspecten van zelfverdediging, dat hoe beter je bereid bent geweld te gebruiken, hoe minder geweld je hoeft te gebruiken. Als je voor jezelf durft op te komen hoef je niet te manipuleren, en behandel je andere mensen dus juist ook minder gewelddadig.
Daarnaast is het voor je eigen veiligheid en je levensgeluk ook van belang. Leary benoemt namelijk nog een interessante bijwerking van boven of onder gaan zitten: dat leidend gedrag onderdanig gedrag oproept, en andersom.
Want wat blijkt als je onder gaat zitten? Andere mensen gaan je domineren. Én dominerende, agressieve mensen zullen jou graag uitzoeken, want jij bent het ideale slachtoffer. Met geweld is het precies hetzelfde: als je níet voor jezelf op komt, wordt het geweld dat de ander tegen je gebruikt, vaak juist erger.
Recept voor rampzalige relaties, huiselijk geweld en eenzaamheid.
Samen naar onder of samen naar boven?
Dat onze maatschappij vrouwen klein houdt is duidelijk. Dat mannen daar verantwoordelijk voor zijn ook. Daarom is het juist zo belangrijk dat vrouwen elkaar steunen. Ook als je zelf nog niet zo assertief bent, is het belangrijk dat je vrouwen die dat al wel zijn, steunt en bekrachtigt.
Je kunt immers elkaar samen naar boven helpen, of elkaar samen naar beneden halen. Helaas zie ik dat laatste nogal eens in de interactie tussen vrouwen die “onder” gaan zitten en sterke, assertieve vrouwen. Mannen vinden zo’n sterke vrouw vaak ontzettend interessant. Immers, als een vrouw met een eigen mening jou leuk vindt, dan vindt ze je écht leuk.
Als er tussen een groep vrouwen die “onder” gaat zitten ook een assertieve vrouw zit, gaat het vaak mis. Het tragische is dat de vrouwen die nog niet zo assertief zijn vaak die sterke vrouw proberen naar onder te halen.
Het ironische is: vaak doen ze dat door te zeggen dat die sterke vrouw mannen manipuleert. Dat is natuurlijk heel logisch, want je beschuldigt de ander van wat je zelf gewend bent te doen. Als je zelf niet assertief bent en dus via een omweg geweld gebruikt, vermoed je vaak ook dat de ander dat doet.
Maar dit is victim blaming. In plaats van dat je mannen verantwoordelijk houdt voor hun eigen gedrag – namelijk hoe ze reageren op zo’n interessante vrouw – doe je net alsof die vrouw hun gedrag uitlokt.
Dat is niet alleen onzin: het is ook beschadigend. We weten dat victim blaming soms bijna net zoveel schade kan veroorzaken als de originele grensoverschrijding. Vergis je niet: als je andere vrouwen zo behandelt, maak je iets kapot.
En natuurlijk is het zelf nou juist ook weer een voorbeeld van manipuleren: niet eerlijk zeggen wat je wilt (“Ik wil ook zo onafhankelijk zijn”), maar proberen de ander als “gemeen” weg te zetten en haar een schuldgevoel te bezorgen.
Er is niks mis met “boven” en “tegen”
Maar daarnaast is het heel vermoeiend en onprettig om zo te leven. Mensen die “onder” gaan zitten, zijn vaak bezig elk woord van de ander te wegen op een gouden weegschaal. Achter elk woord zoeken ze of het op een andere manier bedoeld is dan het gezegd werd. Dat is heel jammer, voor zowel jezelf als voor de ander, want je hele leven wordt bepaald door achterdocht.
De Roos van Leary wordt vaak in organisaties gebruikt. Daar is het belangrijk dat je inzicht krijgt in hoe mensen met elkaar communiceren, en wat dat met de samenwerking doet. Want als je samen voor een bedrijf werkt, wil je natuurlijk verder kunnen, vooruit komen. Vandaar dat er vaak een negatieve betekenis wordt gegeven aan de combinatie “boven” en “tegen”. Want als je allebei “boven” en “tegen” zit, stopt de samenwerking.
Maar in interpersoonlijke relaties is daar eigenlijk helemaal niks op tegen. Sterker nog: het is eigenlijk best wel gezond. Je hoeft namelijk niet alles te willen wat een ander wil. En je hoeft dan ook echt niet “onder” te gaan zitten. Je kunt gewoon als een volwassene zeggen: ik wil dit niet. Dan weet je gelijk dat je niet met elkaar verder hoeft.
Met assertiviteit leer je “boven” te gaan zitten. Je leven te leiden – met de nadruk op leiden. Dan hoef je niet meer te manipuleren, raak je niet meer gefrustreerd door alles wat je zou willen maar niet voor durft te gaan, en hoef je niet meer achter elk woord dat anderen zeggen iets te zoeken.
Zelf geef ik geen assertiviteitstrainingen, maar ik kan ze wel van harte aanbevelen. Juist ook vóór je op zelfverdediging gaat. Assertiviteit geef jou ruimte, lucht en vrijheid om gezonde relaties aan te gaan.